archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 6
14 mei 2009
Bezigheden > Te water delen printen terug
Roeien (2) Katharina Kouwenhoven

0614BZ Damesroeien
We kregen gezamenlijk les op het enige tijdstip waarop wij alle vier konden, zondagochtend om 9.00 uur. Voor de ochtendmens is dat een laat tijdstip, maar voor de avondmensen, die zich op zaterdagavond nogal eens te buiten gaat, is het een opgave. Zoals voor mijzelf, maar toch vond ik het niet onprettig. Als je op zondagochtend vroeg door de grachten roeit weet je niet wat je overkomt. Het is zeldzaam stil, want er is geen verkeer. Er staan ook nauwelijks geparkeerde auto's aan de grachten. En vanaf het water is het uitzicht op de grachtenpanden spectaculair. Zo zie je ze anders nooit. Daar kwam bij dat de ochtend vaak nevelig begon en dan plotseling oplichtte en de hele omgeving van onwaarschijnlijke kleuren voorzag. In de spiegelende grachten vaarde je ondersteboven tussen de huizen door. Bij zo'n ervaring druipt zelfs de grootste kater met de staart tussen de benen af.

Toen we alle vier eindelijk ons eerste diploma gehaald hadden mochten we er zelf op uit. Maar vier is een onhandig aantal, want de club had alleen boten voor een even aantal roeiers. Er konden maar twee van ons roeien, één moest er sturen en de vierde deed, naast de 'stuur' of op het achterbankje, voor spek en bonen mee. Dan wil je natuurlijk wel eens van positie wisselen. Daarvoor moest je de boot ‘aanleggen’ en daar hadden we voor geleerd. In principe althans, want een van ons was helemaal niet in staat de boot aan een steiger te laten aanleggen, een ander had eigenzinnige ideeën over aanleggen bij aanlandige wind en van mijn bejaarde vriendin weigerde iedereen de commando's op te volgen. Een en ander had tot gevolg dat we soms de boot helemaal niet aangelegd kregen en midden op het water van positie veranderden, door over elkaar heen te kruipen.

Meestal droegen we er gezamenlijk, onafhankelijk van wie er aan het roer zat, zorg voor niet in de schroef van een vrachtschip te geraken. Voor het ontwijken van zwartgeld-jachten deden we veel minder ons best en dat leverde nogal wat scheldpartijen en opgeheven middelvingers op. Maar schelden doet geen zeer. Er deed zich pas echt een probleem voor als we onder een lage brug door moesten. Daarvoor moest je namelijk plat achterover gaan liggen, met de riemen vlak boven het water, en voldoende vaart hebben om er zo net onderdoor te schieten. Dat vraagt het een en ander van de stuurvrouw, die al die acties moet coördineren en precies op tijd laten uitvoeren, terwijl iedereen er natuurlijk de slappe lach van krijgt. Erger was dat een van ons het niet aandurfde, om zo ruggelings onder een brug door te glijden; claustrofobie.

Dat betekende dat we voor aanvang van deze manoeuvre haar ergens aan wal moesten zetten en verderop weer oppikken. Dat kan echter niet overal zo maar. Je hebt hiervoor niet per se een steiger nodig, maar wel een wallenkant die laag genoeg is om er vanuit de boot op te kunnen klimmen, en vanaf de wal weer in de boot of, nog mooier, één waar een laddertje aan zit. Als je de boot aanlegt aan een walmuurtje moet je aan de kant van dat muurtje de riemen strijken en daardoor wordt de boot instabiel. Je ziet de komische taferelen al voor je: iemand die aan de wal hangt met de vingertoppen, de voeten op een van de roeibankjes en klaar voor de sprong de wal op, terwijl de boot langzaam van de kant wegdrijft en de mederoeiers onbekwaam zijn van het lachen. Op miraculeuze wijze is er nooit iemand in het water gedonderd. Maar meestal zagen we er maar van af om de tocht met een ruggelingse sliding voort te zetten en gingen we op zoek naar een alternatieve route.
.
Op een bepaald moment kenden we de 'waterkaart' van Amsterdam en omgeving redelijk goed, zodat we niet zo vaak meer voor onverwachte verrassingen kwamen te staan. We wisten waar we wel en niet door konden en wat voor afstand we in een bepaalde tijd ongeveer af konden leggen, want op dat punt waren we nogal eens wat te ambitieus geweest. Net als met biljarten schrijf je de boot voor een bepaalde tijd af, dus moet je op de afgesproken tijd weer terug zijn, zodat anderen van die boot gebruik kunnen maken. Aanvankelijk dachten wij echter wel in een paar uur heen en weer te kunnen roeien naar Purmerend. Meestal konden we echter net op en neer naar Ouderkerk, als we de stad uit wilden, of naar het Prinseneiland en terug als we in de stad wilden blijven.

Bij die roeivereniging wisten ze niet goed raad met ons. We deden maar wat en trokken ons niet veel aan van de heersende mores. Als we weer eens veel te laat met onze boot terugkeerden kregen we een reprimande en ook onze dresscode was ze daar een doorn in het oog. In plaats van het blauwe clubtricootje droegen we wat we wilden, de één bij voorkeur een bikini, de ander een oude joggingbroek vol gaten en mijn oudere vriendin een halflange kaki broek. Ik prefereerde een zwart T-shirt en een zwarte joggingbroek. In de winter gingen overal een paar oude truien overheen en een regenjack. Roeien kun je onder alle weersomstandigheden, behalve als het water bevroren is en bij windkracht twaalf, want dan mag er niet uitgevaren worden.

Die zondagochtend was het begin van het einde van ons groepje en verder onze nogal uiteenlopende ambities. We ontwikkelden ons niet even snel en ook niet in dezelfde richting. Eén wilde er zo snel mogelijk een acht in, maar beslist niet op zondagochtend en degene die nooit een stuurdiploma had gehaald meende dat dat ook nooit zou lukken en stopte ermee. Bovendien stond ze op het punt te gaan trouwen. Mijn oudere vriendin en ik ploeterden rustig voort, tot we zelfstandig in een eenpersoonsboot mochten. En dat hebben we nog een aardig tijdje volgehouden.
 
*****************************************
Boekhandel Schimmelpennink aan de
Weteringschans in Amsterdam heeft een mooie website:


© 2009 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Te water" -
Bezigheden > Te water
Roeien (2) Katharina Kouwenhoven
0614BZ Damesroeien
We kregen gezamenlijk les op het enige tijdstip waarop wij alle vier konden, zondagochtend om 9.00 uur. Voor de ochtendmens is dat een laat tijdstip, maar voor de avondmensen, die zich op zaterdagavond nogal eens te buiten gaat, is het een opgave. Zoals voor mijzelf, maar toch vond ik het niet onprettig. Als je op zondagochtend vroeg door de grachten roeit weet je niet wat je overkomt. Het is zeldzaam stil, want er is geen verkeer. Er staan ook nauwelijks geparkeerde auto's aan de grachten. En vanaf het water is het uitzicht op de grachtenpanden spectaculair. Zo zie je ze anders nooit. Daar kwam bij dat de ochtend vaak nevelig begon en dan plotseling oplichtte en de hele omgeving van onwaarschijnlijke kleuren voorzag. In de spiegelende grachten vaarde je ondersteboven tussen de huizen door. Bij zo'n ervaring druipt zelfs de grootste kater met de staart tussen de benen af.

Toen we alle vier eindelijk ons eerste diploma gehaald hadden mochten we er zelf op uit. Maar vier is een onhandig aantal, want de club had alleen boten voor een even aantal roeiers. Er konden maar twee van ons roeien, één moest er sturen en de vierde deed, naast de 'stuur' of op het achterbankje, voor spek en bonen mee. Dan wil je natuurlijk wel eens van positie wisselen. Daarvoor moest je de boot ‘aanleggen’ en daar hadden we voor geleerd. In principe althans, want een van ons was helemaal niet in staat de boot aan een steiger te laten aanleggen, een ander had eigenzinnige ideeën over aanleggen bij aanlandige wind en van mijn bejaarde vriendin weigerde iedereen de commando's op te volgen. Een en ander had tot gevolg dat we soms de boot helemaal niet aangelegd kregen en midden op het water van positie veranderden, door over elkaar heen te kruipen.

Meestal droegen we er gezamenlijk, onafhankelijk van wie er aan het roer zat, zorg voor niet in de schroef van een vrachtschip te geraken. Voor het ontwijken van zwartgeld-jachten deden we veel minder ons best en dat leverde nogal wat scheldpartijen en opgeheven middelvingers op. Maar schelden doet geen zeer. Er deed zich pas echt een probleem voor als we onder een lage brug door moesten. Daarvoor moest je namelijk plat achterover gaan liggen, met de riemen vlak boven het water, en voldoende vaart hebben om er zo net onderdoor te schieten. Dat vraagt het een en ander van de stuurvrouw, die al die acties moet coördineren en precies op tijd laten uitvoeren, terwijl iedereen er natuurlijk de slappe lach van krijgt. Erger was dat een van ons het niet aandurfde, om zo ruggelings onder een brug door te glijden; claustrofobie.

Dat betekende dat we voor aanvang van deze manoeuvre haar ergens aan wal moesten zetten en verderop weer oppikken. Dat kan echter niet overal zo maar. Je hebt hiervoor niet per se een steiger nodig, maar wel een wallenkant die laag genoeg is om er vanuit de boot op te kunnen klimmen, en vanaf de wal weer in de boot of, nog mooier, één waar een laddertje aan zit. Als je de boot aanlegt aan een walmuurtje moet je aan de kant van dat muurtje de riemen strijken en daardoor wordt de boot instabiel. Je ziet de komische taferelen al voor je: iemand die aan de wal hangt met de vingertoppen, de voeten op een van de roeibankjes en klaar voor de sprong de wal op, terwijl de boot langzaam van de kant wegdrijft en de mederoeiers onbekwaam zijn van het lachen. Op miraculeuze wijze is er nooit iemand in het water gedonderd. Maar meestal zagen we er maar van af om de tocht met een ruggelingse sliding voort te zetten en gingen we op zoek naar een alternatieve route.
.
Op een bepaald moment kenden we de 'waterkaart' van Amsterdam en omgeving redelijk goed, zodat we niet zo vaak meer voor onverwachte verrassingen kwamen te staan. We wisten waar we wel en niet door konden en wat voor afstand we in een bepaalde tijd ongeveer af konden leggen, want op dat punt waren we nogal eens wat te ambitieus geweest. Net als met biljarten schrijf je de boot voor een bepaalde tijd af, dus moet je op de afgesproken tijd weer terug zijn, zodat anderen van die boot gebruik kunnen maken. Aanvankelijk dachten wij echter wel in een paar uur heen en weer te kunnen roeien naar Purmerend. Meestal konden we echter net op en neer naar Ouderkerk, als we de stad uit wilden, of naar het Prinseneiland en terug als we in de stad wilden blijven.

Bij die roeivereniging wisten ze niet goed raad met ons. We deden maar wat en trokken ons niet veel aan van de heersende mores. Als we weer eens veel te laat met onze boot terugkeerden kregen we een reprimande en ook onze dresscode was ze daar een doorn in het oog. In plaats van het blauwe clubtricootje droegen we wat we wilden, de één bij voorkeur een bikini, de ander een oude joggingbroek vol gaten en mijn oudere vriendin een halflange kaki broek. Ik prefereerde een zwart T-shirt en een zwarte joggingbroek. In de winter gingen overal een paar oude truien overheen en een regenjack. Roeien kun je onder alle weersomstandigheden, behalve als het water bevroren is en bij windkracht twaalf, want dan mag er niet uitgevaren worden.

Die zondagochtend was het begin van het einde van ons groepje en verder onze nogal uiteenlopende ambities. We ontwikkelden ons niet even snel en ook niet in dezelfde richting. Eén wilde er zo snel mogelijk een acht in, maar beslist niet op zondagochtend en degene die nooit een stuurdiploma had gehaald meende dat dat ook nooit zou lukken en stopte ermee. Bovendien stond ze op het punt te gaan trouwen. Mijn oudere vriendin en ik ploeterden rustig voort, tot we zelfstandig in een eenpersoonsboot mochten. En dat hebben we nog een aardig tijdje volgehouden.
 
*****************************************
Boekhandel Schimmelpennink aan de
Weteringschans in Amsterdam heeft een mooie website:
© 2009 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2