archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 6
9 april 2009
Beschouwingen > Het zijn maar woorden delen printen terug
Robot Frits Hoorweg

0606BS Woorden klein
Een robot is een apparaat dat aangestuurd wordt door kunstmatige intelligentie en dat enigszins op een mens lijkt. Overal ter wereld wordt zoiets een robot genoemd, maar het woord stamt uit het Tsjechisch en is afgeleid van ‘robota’, dat werken of zwoegen betekent. In 1920 werd het voor het eerst gebruikt door de schrijver Karel Čapek, in zijn toneelstuk R.U.R. (Rossums Universele Robots) dat, niet verrassend, blijkt te gaan over de toenemende mechanisering die ertoe dreigt te leiden dat de mens zijn persoonlijkheid verliest. Grappig dat een Tsjech daar blijkbaar het eerst op is gekomen en misschien niet helemaal toevallig: tussen de beide wereldoorlogen was Tsjecho-Slowakije op technisch gebied een vooraanstaand land. Later, in 1933, toen het woord een eigen leven was gaan leiden, heeft Karel bekend gemaakt dat de eigenlijke uitvinder van het woord robot zijn broer Josef was. Het is allemaal wijsheid die ik van het net (Wikipedia) haal; over kunstmatige intelligentie gesproken.

Blijkbaar zat de wereld in 1920 op een woord als robot te wachten. Toch is het niet zo dat men vóór die tijd volkomen onbekend was met het idee van een op de mens gelijkend apparaat. Al in 1769 ontwierp ene Farkas Kempelen een schaakautomaat, die bestond uit een menselijke figuur (uitgedost als Turk, daarom werd het geheel ook wel Turk genoemd), gezeten achter een bureautje waarop een schaakbord stond. De Turk bedacht zijn zetten zonder zichtbare hulp van buitenaf en voerde die uit met enigszins houterige armbewegingen. Het was heel lang een populaire kermisattractie, zowel in Europa als in de USA. Pas in 1834 werd het geheim ervan volledig doorgrond, doordat iemand die ermee gewerkt had het geheim aan een tijdschrift verkocht. De zetten werden bedacht door iemand die op ingenieuze wijze verborgen was in het bureautje en de armbewegingen van de Turk werden aangestuurd door een niet minder ingenieus mechaniek. Kempelen (1734-1804) was vooral trots op dat mechaniek, en terecht. Het heeft later een rol gespeeld in het ontwerp van kunstmatige ledematen.

Zou het zo zijn dat men in de tijd van Kempelen wel ontzag had voor zijn vinding, maar nog niet de vage angst waar Čapek in 1920 aan appelleerde?0612BS Robot Misschien was dat laatste de reden waarom het woord robot zo aansloeg. Wie daar het zijne aan heeft bijgedragen is Isaac Asimov. Die publiceerde in 1950 ‘I, Robot’, een boek dat later gevolgd zou worden door nog drie ‘Robot novels’. In de sciencefiction wereld van Asimov worden robots ‘in toom gehouden’ door ‘de drie wetten van robotics’: 1. Ze mogen de mens geen schade doen; 2. Ze moeten de orders van de mens opvolgen; 3. Ze moeten zichzelf beschermen, althans zolang ze niet in strijd komen met regel 1 en 2. Helaas blijkt in de praktijk dat deze regels soms met elkaar conflicteren, bijvoorbeeld op het moment dat de robot meent zeker te weten dat de veiligheid van zijn opdrachtgever ermee gediend is dat hij diens opdrachten niet uitvoert.

Een aardige gedachteoefening en een amusant boek, maar is er ook sprake van een maatschappelijk relevant (om die dooddoener nog maar eens te gebruiken) inzicht? Ik denk het eigenlijk niet. Voor het werkelijk waardevolle inzicht moeten we terug naar Čapek, die volgens mijn bron bang was ‘dat de mens zijn persoonlijkheid zou verliezen’. Daarmee kwam hij al vroeg in de buurt van wat nu het werkelijke probleem blijkt te zijn. De mens raakt door robots, maar meer in z’n algemeenheid door kunstmatige intelligentie, verzeild in een rol waarvoor hij totaal ongeschikt is. Hij moet als het ware over de schouder van het systeem meekijken of er niet iets geks gebeurt, bijvoorbeeld omdat er plotseling een mechanisch defect optreedt. Daar zijn wij dus heel slecht in. De crash van dat Turkse vliegtuig bij Schiphol toonde dat maar weer eens aan. Alle analyses die nu op dat ongeval worden losgelaten, en de aanbevelingen die daaruit voortvloeien, zullen dat wezenlijke probleem niet oplossen.
Misschien is het wachten op een nieuwe mensensoort. Hoe zullen we die noemen?
 
***************************************************
De Leunstoel zoekt twee mensen die het leuk vinden om te tekenen
en die bereid zijn om 2 à 3 illustraties per aflevering te maken.
Neem contact met ons op via www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php


© 2009 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Het zijn maar woorden" -
Beschouwingen > Het zijn maar woorden
Robot Frits Hoorweg
0606BS Woorden klein
Een robot is een apparaat dat aangestuurd wordt door kunstmatige intelligentie en dat enigszins op een mens lijkt. Overal ter wereld wordt zoiets een robot genoemd, maar het woord stamt uit het Tsjechisch en is afgeleid van ‘robota’, dat werken of zwoegen betekent. In 1920 werd het voor het eerst gebruikt door de schrijver Karel Čapek, in zijn toneelstuk R.U.R. (Rossums Universele Robots) dat, niet verrassend, blijkt te gaan over de toenemende mechanisering die ertoe dreigt te leiden dat de mens zijn persoonlijkheid verliest. Grappig dat een Tsjech daar blijkbaar het eerst op is gekomen en misschien niet helemaal toevallig: tussen de beide wereldoorlogen was Tsjecho-Slowakije op technisch gebied een vooraanstaand land. Later, in 1933, toen het woord een eigen leven was gaan leiden, heeft Karel bekend gemaakt dat de eigenlijke uitvinder van het woord robot zijn broer Josef was. Het is allemaal wijsheid die ik van het net (Wikipedia) haal; over kunstmatige intelligentie gesproken.

Blijkbaar zat de wereld in 1920 op een woord als robot te wachten. Toch is het niet zo dat men vóór die tijd volkomen onbekend was met het idee van een op de mens gelijkend apparaat. Al in 1769 ontwierp ene Farkas Kempelen een schaakautomaat, die bestond uit een menselijke figuur (uitgedost als Turk, daarom werd het geheel ook wel Turk genoemd), gezeten achter een bureautje waarop een schaakbord stond. De Turk bedacht zijn zetten zonder zichtbare hulp van buitenaf en voerde die uit met enigszins houterige armbewegingen. Het was heel lang een populaire kermisattractie, zowel in Europa als in de USA. Pas in 1834 werd het geheim ervan volledig doorgrond, doordat iemand die ermee gewerkt had het geheim aan een tijdschrift verkocht. De zetten werden bedacht door iemand die op ingenieuze wijze verborgen was in het bureautje en de armbewegingen van de Turk werden aangestuurd door een niet minder ingenieus mechaniek. Kempelen (1734-1804) was vooral trots op dat mechaniek, en terecht. Het heeft later een rol gespeeld in het ontwerp van kunstmatige ledematen.

Zou het zo zijn dat men in de tijd van Kempelen wel ontzag had voor zijn vinding, maar nog niet de vage angst waar Čapek in 1920 aan appelleerde?0612BS Robot Misschien was dat laatste de reden waarom het woord robot zo aansloeg. Wie daar het zijne aan heeft bijgedragen is Isaac Asimov. Die publiceerde in 1950 ‘I, Robot’, een boek dat later gevolgd zou worden door nog drie ‘Robot novels’. In de sciencefiction wereld van Asimov worden robots ‘in toom gehouden’ door ‘de drie wetten van robotics’: 1. Ze mogen de mens geen schade doen; 2. Ze moeten de orders van de mens opvolgen; 3. Ze moeten zichzelf beschermen, althans zolang ze niet in strijd komen met regel 1 en 2. Helaas blijkt in de praktijk dat deze regels soms met elkaar conflicteren, bijvoorbeeld op het moment dat de robot meent zeker te weten dat de veiligheid van zijn opdrachtgever ermee gediend is dat hij diens opdrachten niet uitvoert.

Een aardige gedachteoefening en een amusant boek, maar is er ook sprake van een maatschappelijk relevant (om die dooddoener nog maar eens te gebruiken) inzicht? Ik denk het eigenlijk niet. Voor het werkelijk waardevolle inzicht moeten we terug naar Čapek, die volgens mijn bron bang was ‘dat de mens zijn persoonlijkheid zou verliezen’. Daarmee kwam hij al vroeg in de buurt van wat nu het werkelijke probleem blijkt te zijn. De mens raakt door robots, maar meer in z’n algemeenheid door kunstmatige intelligentie, verzeild in een rol waarvoor hij totaal ongeschikt is. Hij moet als het ware over de schouder van het systeem meekijken of er niet iets geks gebeurt, bijvoorbeeld omdat er plotseling een mechanisch defect optreedt. Daar zijn wij dus heel slecht in. De crash van dat Turkse vliegtuig bij Schiphol toonde dat maar weer eens aan. Alle analyses die nu op dat ongeval worden losgelaten, en de aanbevelingen die daaruit voortvloeien, zullen dat wezenlijke probleem niet oplossen.
Misschien is het wachten op een nieuwe mensensoort. Hoe zullen we die noemen?
 
***************************************************
De Leunstoel zoekt twee mensen die het leuk vinden om te tekenen
en die bereid zijn om 2 à 3 illustraties per aflevering te maken.
Neem contact met ons op via www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php
© 2009 Frits Hoorweg
powered by CJ2