Na een themanummer over de boekenweek is deze keer België aan de beurt.

Peter Schröder schrijft over de grandeur en de tragiek van Brussel (Beelden uit …) en over een land van mooie prenten (Galerie). De Vlaamse bezetenheid met (onze?) taal wordt geanalyseerd door Rob Kieft. Marianne Bernard heeft een huisje in de Ardennen, Katharina Kouwenhoven bezocht Ieper en Frits Hoorweg wandelde rond Leuven. Na een overdadige lunch zakte Jaap van Lakerveld nog even lekker door en Henk Klaren vraagt zich af of er Vlaamse popmuziek bestaat.

Het land wordt aldus vooral beschreven vanuit het perspectief van de noorderburen, maar niet uitsluitend. André Jansens schrijft een brief vanuit Het Belgisch politiek moeras en Claude Aendenboom zond een gedicht met de dreigende titel Black-Out (dat misschien niet specifiek over België gaat).

Maar er is nog meer. De kersverse doctor Bert Kreemers wordt aan het woord gelaten over de aanschaf van gevechtsvliegtuigen en ander geworstel met Defensie. ‘Wat moeten we aan met die heel of half genationaliseerde banken?’ vraagt Paul Bordewijk zich af. Hij begint deze keer met de probleemstelling en geeft volgende keer zelf het antwoord.

Al met al heeft dit nummer misschien wel een ‘zwaarder’ karakter gekregen dan u van ons gewend bent. Gelukkig zijn daar ook nog de gebruikelijke rubrieken van Hans Knegtmans (over de films: Bollywood Hero en Tokio Sonata), Theo Capel (luisterend naar vogels en lezend in ‘Een mooie plek om te sterven’), Maeve van der Steen (over de kok als acteur) en Sebastiaan Capel (over de toeristenindustrie van Amsterdam). En Bert Hiddema vervolgt zijn verhaal Bietjes, spelend in oud-Amsterdam.

We hebben een nieuwe tekenaar! Ze noemt zich Lools Art en ze presenteert zich met een tekening van John Cale, waarbij ze ook een tekst schreef. Verder zijn de plaatjes van Lucia Jonkhoff en Henk Klaren.