archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 1
26 februari 2004
Beschouwingen > Bij ons in de straat delen printen terug
Vrienden en bekenden Marcel Duyvestijn

0109 Vrienden en bekendenIk wilde eigenlijk Marieke, mijn verloofde, aan meneer Godfried voorstellen, maar bedacht me dat dit raar was. Het is in Nederland niet gebruikelijk je vriendin voor te stellen aan de eigenaar van een boekwinkel. Aan de andere kant beschouw ik meneer Godfried als een vriend en dus zou hij ook mijn vriendin moeten leren kennen. Bij hem koop ik mijn boeken, maak ik een praatje over het weer en zijn glimlach is immer geweldig en inspirerend. Dat half uurtje dat ik elke week in zijn boekenzaak vertoef, beschouw ik als prettige momenten waar ik nog dagen op kan teren. Zijn muziek, zacht toeterende jazz, kalmeert me direct. En toch. Meneer Godfried kent mijn naam niet eens. Hij herkent me wel, maar haalt me ook wel eens met iemand anders door elkaar. Dan zegt hij ineens: ‘dat wat jij zei vorige week over die Chagallbijbel...’ Als ik dan moet zeggen dat hij een ander voor zich had, zien we dat allebei als een nederlaag. Het zou hetzelfde zijn als ik aan hem vraag: heeft u een onsje leverworst?

Wat is eigenlijk de definitie van vriendschap? Ik ben, het zal u niet verbazen, zeer gehecht aan mijn contact met de eigenaar van boekenwinkel Godfried. Zonder hem, zonder zijn biotoop, zijn zaak, zijn muziek zou ik niet weten wat ik moest doen. Zou ik een dolende op de Koninginneweg zijn.

Er zijn ook mensen die datzelfde gevoel bij de buurman van meneer Godfried hebben, Simon Meijssen, de bakker. De beste Simon heb ik nog nooit gezien en dat maakt de band toch wat minder. Daarnaast betaal je zo’n beetje het dubbele voor een halfje bruin dan bij de Dirk v/d Broek en ten derde moet het allemaal zo snel gaan dat de glimlach nog wel eens achterwege blijft. ‘Nog iets anders?’ Dat zou meneer Godfried nooit zeggen.

Het zijn die winkels en hun uitbaters die een buurt tot een buurt maken. Ik woon nu zo’n zeven maanden op de Koninginneweg en heb nu een stuk of drie mensen die ik gedag zeg of bezwaai. Dat voelt als een anker dat mijn continue stroom aan herinneringen stillegt. Door meneer Godfried ben ik de warrige professor van boekhandel Fontijn in het centrum van Amsterdam al weer bijna vergeten. De man van de antiekwinkel op de hoek van de Koninginneweg en de Brachthuijzerstraat kent ook zijn functie. Hij zwaait en hij lacht elke keer als ik langsloop. Ze zijn de belangrijkste schaakstukken in mijn integratieproces.

Vroeger, toen ik nog rookte, was de man van de sigarenzaak de belangrijkste persoon in mijn leven. Ik zorgde ervoor dat ik sigaretten nodig had als hij open was. Op zaterdag kocht ik direct vier pakjes om te voorkomen dat ik op zondag bij de snackbar mijn nicotineshots moest halen. Dat is vriendschap. Die vriendschap is vluchtig en kan zo maar ineens over zijn. Als meneer Godfried overlijdt, zal ik dat pas weten als zijn zaak gesloten blijft.
(...)

Die laatste zin maakt me ineens treurig. Meneer Godfried mag nooit dood gaan! Misschien moet ik alvast met een handtekeningenactie beginnen.

© 2004 Marcel Duyvestijn meer Marcel Duyvestijn - meer "Bij ons in de straat" -
Beschouwingen > Bij ons in de straat
Vrienden en bekenden Marcel Duyvestijn
0109 Vrienden en bekendenIk wilde eigenlijk Marieke, mijn verloofde, aan meneer Godfried voorstellen, maar bedacht me dat dit raar was. Het is in Nederland niet gebruikelijk je vriendin voor te stellen aan de eigenaar van een boekwinkel. Aan de andere kant beschouw ik meneer Godfried als een vriend en dus zou hij ook mijn vriendin moeten leren kennen. Bij hem koop ik mijn boeken, maak ik een praatje over het weer en zijn glimlach is immer geweldig en inspirerend. Dat half uurtje dat ik elke week in zijn boekenzaak vertoef, beschouw ik als prettige momenten waar ik nog dagen op kan teren. Zijn muziek, zacht toeterende jazz, kalmeert me direct. En toch. Meneer Godfried kent mijn naam niet eens. Hij herkent me wel, maar haalt me ook wel eens met iemand anders door elkaar. Dan zegt hij ineens: ‘dat wat jij zei vorige week over die Chagallbijbel...’ Als ik dan moet zeggen dat hij een ander voor zich had, zien we dat allebei als een nederlaag. Het zou hetzelfde zijn als ik aan hem vraag: heeft u een onsje leverworst?

Wat is eigenlijk de definitie van vriendschap? Ik ben, het zal u niet verbazen, zeer gehecht aan mijn contact met de eigenaar van boekenwinkel Godfried. Zonder hem, zonder zijn biotoop, zijn zaak, zijn muziek zou ik niet weten wat ik moest doen. Zou ik een dolende op de Koninginneweg zijn.

Er zijn ook mensen die datzelfde gevoel bij de buurman van meneer Godfried hebben, Simon Meijssen, de bakker. De beste Simon heb ik nog nooit gezien en dat maakt de band toch wat minder. Daarnaast betaal je zo’n beetje het dubbele voor een halfje bruin dan bij de Dirk v/d Broek en ten derde moet het allemaal zo snel gaan dat de glimlach nog wel eens achterwege blijft. ‘Nog iets anders?’ Dat zou meneer Godfried nooit zeggen.

Het zijn die winkels en hun uitbaters die een buurt tot een buurt maken. Ik woon nu zo’n zeven maanden op de Koninginneweg en heb nu een stuk of drie mensen die ik gedag zeg of bezwaai. Dat voelt als een anker dat mijn continue stroom aan herinneringen stillegt. Door meneer Godfried ben ik de warrige professor van boekhandel Fontijn in het centrum van Amsterdam al weer bijna vergeten. De man van de antiekwinkel op de hoek van de Koninginneweg en de Brachthuijzerstraat kent ook zijn functie. Hij zwaait en hij lacht elke keer als ik langsloop. Ze zijn de belangrijkste schaakstukken in mijn integratieproces.

Vroeger, toen ik nog rookte, was de man van de sigarenzaak de belangrijkste persoon in mijn leven. Ik zorgde ervoor dat ik sigaretten nodig had als hij open was. Op zaterdag kocht ik direct vier pakjes om te voorkomen dat ik op zondag bij de snackbar mijn nicotineshots moest halen. Dat is vriendschap. Die vriendschap is vluchtig en kan zo maar ineens over zijn. Als meneer Godfried overlijdt, zal ik dat pas weten als zijn zaak gesloten blijft.
(...)

Die laatste zin maakt me ineens treurig. Meneer Godfried mag nooit dood gaan! Misschien moet ik alvast met een handtekeningenactie beginnen.
© 2004 Marcel Duyvestijn
powered by CJ2