archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 3
Jaargang 6
13 november 2008
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Mijmeren in de mist Theo Capel

0603BZ Mijmeren
Het rook naar de houtkachel van een huisje op het belendende complex. Vaak horen daar mensen bij in huisgebreide truien die de wereld willen redden, maar tegelijkertijd milieuvervuiling met romantiek verwarren. Op een mistige morgen blijft de geur extra lang hangen. Mij stoorde het niet, zoals mist me ook niet stoort. Alles wordt vager en het gevoel bekruipt je dat je alleen op de wereld bent. Nu horen we op de tuin altijd wel het gedruis van de ringweg, vooral als de wind uit het oosten komt. De angst dat ik echt alleen op de wereld ben, slaat me nooit om mijn hart.

Mensen om je heen, maar een beetje minder dan in ons land, lijkt me af en toe wel wat. Neem de Zweden. Daar kun je snel neerslachtig worden van alle ruimte, maar diezelfde ruimte biedt hun wel de mogelijkheid voor een vakantiehuisje op een flink stuk eigen grond. Maar hoewel ze de naam hebben eenzelvig te zijn, klitten de Zweden ook graag op elkaar en bestaat de volkstuinbeweging er evenzeer als bij ons. De wachtlijsten zijn zelfs langer. Voor complexen in Stockholm met namen als 'Aards Paradijs' en 'Klein Lusthof' loop je de kans tot 10 jaar op de wachtlijst te moeten staan.

Mocht ik in Stockholm belanden, dan zou ik graag een tuintje hebben op het terrein van de voormalige gevangenis Långholmen, dat op het gelijknamige eilandje bijna midden in de stad ligt. Het complex is tegenwoordig een budgethotel. De cellen zijn kamers, maar nog duidelijk herkenbaar. Je mag zelf de deur op slot doen. Indertijd kregen de cipiers de beschikking over aanpalende stukjes moesgrond, die nu in het bezit zijn van een volkstuinvereniging. Deels zijn het nog steeds moestuintjes, maar deels ook siertuinen. Je zou hebben verwacht dat ook de gevangenen in het kader van resocialisatie mochten tuinieren, maar zo ging het niet. Die moesten gewoon achter het muurtje blijven. Het lijkt me dat die achtergrond het vrijheidsgevoel van de volkstuinder daar extra verhoogt.

Nadeel van tuinieren in Stockholm is in dit jaargetijde de naderende poolnacht. In plaats van mist, die altijd weer optrekt, heb je daar de snel invallende duisternis. En daar in het noorden kan het ook nog ouderwets goed vriezen. Tuinieren is zo een activiteit voor het voorjaar en de zomer.
Bij ons kun je in ieder geval in de herfst nog flink doorwerken. Niet dat ik daar op zo'n mistige morgen echt voor voel. Het is meer tijd voor een beetje voor je uit denken en wat ronddarren.

Het is de vierde herfst in deze tuin, die begon als een met onkruid overwoekerd graslandje. In  eerdere tuinen plantte ik altijd wel een heg van haagbeuk. Bij de oplevering van het complex was al een dergelijke heg als afscheiding van het pad voor alle tuinen aangelegd. Later waren er gaten in geslagen omdat de tuintjes moesten worden opgehoogd. Daar zette ik zelf nieuwe struikjes tussen. Langzaamaan is er een mooie, stevige heg ontstaan, zoals ik die niet eerder had.

Op ons complex heerst geen ijzeren regime van geboden en verboden. Zo ontbreekt ook een voorschriftt over de hoogte van de haag. Voor diverse tuinders is dat moeilijk te verwerken. Die zijn van vroegere complexen gewend dat het haagje op kniehoogte dan wel heuphoogte moet worden gesnoeid en – veel belangrijker – dat de haag van alle tuinen dezelfde hoogte heeft. Vooral medetuinders die zich gedragen als villabewoners en de haag zo hoog laten groeien dat het zicht op hun tuin vanaf het pad aan het oog wordt onttrokken, wekken ergernis op. Want zeg zelf: Hoe kun je in die situatie controleren of de tuin wel ordentelijk wordt bijgehouden? Plicht, inzet en aanpassing zijn zaken die in de volkstuinbeweging hoog worden aangeslagen.

Mijn haag heeft ongeveer de hoogte van één meter. Met een touwtje tussen twee stokken probeer ik hem bij het snoeien en bijknippen horizontaal te houden. Dat is een moeilijker opdracht dan het lijkt, maar ik ben wel tevreden met het resultaat.
Vanaf het pad kijk ik over de heg in mijn eigen tuin en besluit dan dat het verstandiger is om in de deuropening van mijn huisje te gaan zitten. Op die manier kijk ik over de onvolkomenheden die er nog steeds zijn, heen. Het is enigszins zoals oud-president Johnson van de V.S. ooit over J. Edgar Hoover, de gevreesde directeur van de FBI, zei: 'I rather have the bastard inside my tent pissing out, than outside pissing in.' De mist verhult wel het een en ander, maar niet echt dat er nog van alles in de tuin moet gebeuren. Helemaal als je met de blik van de buitenstaander kijkt. De heg hoog laten groeien vind ik overigens geen optie.
 
*******************
Beetje tot rust komen?


© 2008 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Mijmeren in de mist Theo Capel
0603BZ Mijmeren
Het rook naar de houtkachel van een huisje op het belendende complex. Vaak horen daar mensen bij in huisgebreide truien die de wereld willen redden, maar tegelijkertijd milieuvervuiling met romantiek verwarren. Op een mistige morgen blijft de geur extra lang hangen. Mij stoorde het niet, zoals mist me ook niet stoort. Alles wordt vager en het gevoel bekruipt je dat je alleen op de wereld bent. Nu horen we op de tuin altijd wel het gedruis van de ringweg, vooral als de wind uit het oosten komt. De angst dat ik echt alleen op de wereld ben, slaat me nooit om mijn hart.

Mensen om je heen, maar een beetje minder dan in ons land, lijkt me af en toe wel wat. Neem de Zweden. Daar kun je snel neerslachtig worden van alle ruimte, maar diezelfde ruimte biedt hun wel de mogelijkheid voor een vakantiehuisje op een flink stuk eigen grond. Maar hoewel ze de naam hebben eenzelvig te zijn, klitten de Zweden ook graag op elkaar en bestaat de volkstuinbeweging er evenzeer als bij ons. De wachtlijsten zijn zelfs langer. Voor complexen in Stockholm met namen als 'Aards Paradijs' en 'Klein Lusthof' loop je de kans tot 10 jaar op de wachtlijst te moeten staan.

Mocht ik in Stockholm belanden, dan zou ik graag een tuintje hebben op het terrein van de voormalige gevangenis Långholmen, dat op het gelijknamige eilandje bijna midden in de stad ligt. Het complex is tegenwoordig een budgethotel. De cellen zijn kamers, maar nog duidelijk herkenbaar. Je mag zelf de deur op slot doen. Indertijd kregen de cipiers de beschikking over aanpalende stukjes moesgrond, die nu in het bezit zijn van een volkstuinvereniging. Deels zijn het nog steeds moestuintjes, maar deels ook siertuinen. Je zou hebben verwacht dat ook de gevangenen in het kader van resocialisatie mochten tuinieren, maar zo ging het niet. Die moesten gewoon achter het muurtje blijven. Het lijkt me dat die achtergrond het vrijheidsgevoel van de volkstuinder daar extra verhoogt.

Nadeel van tuinieren in Stockholm is in dit jaargetijde de naderende poolnacht. In plaats van mist, die altijd weer optrekt, heb je daar de snel invallende duisternis. En daar in het noorden kan het ook nog ouderwets goed vriezen. Tuinieren is zo een activiteit voor het voorjaar en de zomer.
Bij ons kun je in ieder geval in de herfst nog flink doorwerken. Niet dat ik daar op zo'n mistige morgen echt voor voel. Het is meer tijd voor een beetje voor je uit denken en wat ronddarren.

Het is de vierde herfst in deze tuin, die begon als een met onkruid overwoekerd graslandje. In  eerdere tuinen plantte ik altijd wel een heg van haagbeuk. Bij de oplevering van het complex was al een dergelijke heg als afscheiding van het pad voor alle tuinen aangelegd. Later waren er gaten in geslagen omdat de tuintjes moesten worden opgehoogd. Daar zette ik zelf nieuwe struikjes tussen. Langzaamaan is er een mooie, stevige heg ontstaan, zoals ik die niet eerder had.

Op ons complex heerst geen ijzeren regime van geboden en verboden. Zo ontbreekt ook een voorschriftt over de hoogte van de haag. Voor diverse tuinders is dat moeilijk te verwerken. Die zijn van vroegere complexen gewend dat het haagje op kniehoogte dan wel heuphoogte moet worden gesnoeid en – veel belangrijker – dat de haag van alle tuinen dezelfde hoogte heeft. Vooral medetuinders die zich gedragen als villabewoners en de haag zo hoog laten groeien dat het zicht op hun tuin vanaf het pad aan het oog wordt onttrokken, wekken ergernis op. Want zeg zelf: Hoe kun je in die situatie controleren of de tuin wel ordentelijk wordt bijgehouden? Plicht, inzet en aanpassing zijn zaken die in de volkstuinbeweging hoog worden aangeslagen.

Mijn haag heeft ongeveer de hoogte van één meter. Met een touwtje tussen twee stokken probeer ik hem bij het snoeien en bijknippen horizontaal te houden. Dat is een moeilijker opdracht dan het lijkt, maar ik ben wel tevreden met het resultaat.
Vanaf het pad kijk ik over de heg in mijn eigen tuin en besluit dan dat het verstandiger is om in de deuropening van mijn huisje te gaan zitten. Op die manier kijk ik over de onvolkomenheden die er nog steeds zijn, heen. Het is enigszins zoals oud-president Johnson van de V.S. ooit over J. Edgar Hoover, de gevreesde directeur van de FBI, zei: 'I rather have the bastard inside my tent pissing out, than outside pissing in.' De mist verhult wel het een en ander, maar niet echt dat er nog van alles in de tuin moet gebeuren. Helemaal als je met de blik van de buitenstaander kijkt. De heg hoog laten groeien vind ik overigens geen optie.
 
*******************
Beetje tot rust komen?
© 2008 Theo Capel
powered by CJ2