archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 1
Jaargang 6
9 oktober 2008
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Moorddadig lawaai in Malaga Katharina Kouwenhoven

0601VG Stier
Van alle bekende steden in Andalusië (Sevilla, Cordoba, Rhonda, Granada), is Malaga waarschijnlijk wel de minst bezochte. En de liefhebbers van de Costa del Sol vliegen wel naar Malaga, maar reizen daarna zo snel mogelijk verder naar Torremolinos, Marbella of Estepona.

Toch is Malaga beslist een bezoek waard. Als je in de zomermaanden naar Andalusië gaat is het zelfs aan te raden steden als Sevilla te mijden, want het is er veel te heet.
In Malaga is het ook heet, maar het ligt aan zee, dus dat belooft een verkoelend briesje. Tijdens mijn bezoek aan Malaga bleek dat maar ten dele het geval.
Malaga was de zoveelste locatie die ik aandeed voor mijn project Spaans Leren in Spanje. Ik kies steeds plaatsen aan de kust. Hoewel ik de Middellandse zee tot nu toe gemeden had, moest het er een keer van komen. Ik wilde namelijk ook zon, vooral toen mijn vermoeden bewaarheid werd dat ik wat dat betreft tijdens mijn vakantie in Engeland niet erg aan mijn trekken zou komen.
Om een beetje Spaans te leren, moet je minstens twee weken naar school. Maar dan moet je ergens zijn waar je twee weken door kunt brengen zonder na een paar dagen al uitgekeken te zijn. Een stad van enige omgang ligt dan voor de hand. En dat is Malaga.

Malaga is niet een van de mooiste steden van Andalusië, maar aantrekkelijk genoeg. Bovenop een berg midden in de stad bevinden zich de omvangrijke resten van een oud kasteel. Het is heel bijzonder om daar naar toe te klimmen en van steeds groter hoogte op de stad neer te kijken. Een van de aardigheden is dat je daar vandaan midden in de arena kunt kijken waar de stierengevechten gehouden worden. Vanuit de verte zag ik hoe ze zo'n arm beest naar binnen dreven, waar het treiteren onmiddellijk een aanvang nam. Helemaal boven blijkt er van een kasteel geen sprake, maar van een uitgestrekt ommuurd plateau met kantelen en versterkingen en uitkijktorens, verhogingen en verlagingen en lommerrijke tuinen, waar ook een horecagelegenheid aanwezig was. Een prima plek voor een flinke wandeling.

Grenzend aan dit complex, maar iets lager gelegen, bevindt zich een soort Alhambra in het klein. Ook een ommuurde vesting met ergens binnenin een echt Moors paleisje, omringd door tuinen en tuintjes, fonteinen en waterpartijen, poorten en trappen en prachtige uitzichten op zee. Hier weer aangrenzend ligt beneden een oud Romeins theater, dat nog maar ten dele is opgegraven. Veel valt daar nog niet aan te zien.

Malaga heeft natuurlijk een stukje 'oude stad', zoals bijna elke stad in Spanje een 'barrio gotico' of een 'parte vieja' heeft. Daar liggen mooie straatjes, maar ook veel verwaarloosd huizenbezit, al wordt er behoorlijk gerenoveerd. Aan de rand van de oude stad ligt een gigantische kathedraal in een ondefinieerbare stijl, die voor de verloren toerist een prettig baken vormt. En er is natuurlijk veel strand.
Aan de westkant bevindt zich een uitgestrekt strand en aan de oostkant eveneens, met daartussen de haven, die ook op de schop ligt, maar waar wel enorme zeeschepen binnenvoeren.

Aangezien de school zich aan de oostkant van Malaga bevond, in Malagueta, heb ik alleen het ooststrand bezocht. Eerlijk gezegd, er bestaan mooiere stranden. Het zand is grof, bijna kiezelig, en dof grijs van kleur. Als je er overheen loopt, wordt je bedekt met een laagje fijn stof. Het aardigste van het strand, behalve natuurlijk dat je er kon zwemmen en in de zon bakken, waren de eettentjes. Onder een rieten afdak kun je daar als lunch alle mogelijke soorten zeeproducten consumeren, gegrild of gefrituurd, met wat sla en een glaasje wijn.
Als je langs de boulevard van Malagueta verder naar het oosten loopt, kom je in een paar, inmiddels door Malaga geannexeerde, dorpjes met lage huisjes en smalle straatjes. Erg knus, maar vooral erg lekker, want daar bevinden zich de heerlijkste visrestaurantjes. Ze hebben er een speciale manier van vis klaarmaken: in een soort houten boot, gevuld met zand, worden houtblokken opgestapeld en aangestoken. Dan worden op een stok een aantal sardientjes geregen en die stok wordt naast het vuur in het zand gestoken. De vis komt dus niet met het vuur in aanraking, maar wordt als het ware gerookt. Verrukkelijk.
Eigenlijk heb ik overal in Malaga wel lekker gegeten. Geheel tegen de verwachting in, want Malaga staat niet bekend om zijn fijne keuken. Alleen in de enige tapasbar die ik bezocht was het eten beneden peil. Alles was door de bloem gehaald en gefrituurd.

Een groot nadeel van Malaga, maar dat geldt voor de rest van Spanje eigenlijk ook, is het permanente lawaai. Stilte bestaat er niet, ook niet 's nachts, dan wordt namelijk het vuilnis opgehaald, de puttenzuiger is aan het werk, cabrio’s laten voor je deur de motor stationair draaien onderwijl luidruchtige muziek spelend, brommers en scooters met opgevoerde motoren knallen door de straat, troepjes dronken cafébezoekers lopen luidruchtig zingend voorbij of vrienden staan onder jouw raam uitgebreid en hard te delibereren over de aanschaf van een auto. En om een beetje koelte te verkrijgen, moet je slapen met de ramen open. Daar kwam nog bij dat gedurende de eerste week van mijn verblijf er ook nog 'feria' waren, een soort grote kermis waarvoor overal, soms straatlange tenten, waren gebouwd, waar het bier rijkelijk vloeide en op allerlei podia muziek en dans genoten kon worden. De tweede week, toen alle tenten afgebroken waren, werd pas zichtbaar hoe mooi de boulevards en pleinen er eigenlijk zijn.

De grootste boulevard loopt parallel aan de haven. Er staan schitterende gebouwen aan deze boulevard, maar er is ook een langwerpig park op aangelegd. En ooit was dit een industrieterrein!
Er loopt een rivier door Malaga, maar dat moet niet al te letterlijk worden genomen want deze rivier is voor een groot deel drooggelegd of drooggevallen en bevat voornamelijk grasvelden, waarop allerlei balspelen worden beoefend.
Er is een aantal bezienswaardige kerken, leuke pleinen en pleintjes, typische en atypische kroegen en er is veel Picasso.
Picasso is in Malaga geboren en heeft er de eerste vijf, zes jaar van zijn leven gewoond. Zijn geboortehuis herbergt een leuke collectie van zijn minder bekende werken op papier. Daarnaast is er echter ook nog een Picassomuseum, met schilderijen en wat keramiek en een enkel beeld.
Dit is een rare verzameling, met niettemin enkele fraaie stukken, die beslist geen goed beeld geeft van Picasso. Het lijkt een beetje hapsnap bij elkaar geraapt en wordt ook nog achronologisch gepresenteerd en er is geen touw aan vast te knopen. Toch is dat museum een bezoek waard, want het bevindt zich in een fraai gebouw.
Ik heb beslist geen spijt van Malaga, maar voor mijn volgende cursus laat ik de Middellandse zee weer voor wat hij is.
 
*******************
Beetje tot rust komen?


© 2008 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Moorddadig lawaai in Malaga Katharina Kouwenhoven
0601VG Stier
Van alle bekende steden in Andalusië (Sevilla, Cordoba, Rhonda, Granada), is Malaga waarschijnlijk wel de minst bezochte. En de liefhebbers van de Costa del Sol vliegen wel naar Malaga, maar reizen daarna zo snel mogelijk verder naar Torremolinos, Marbella of Estepona.

Toch is Malaga beslist een bezoek waard. Als je in de zomermaanden naar Andalusië gaat is het zelfs aan te raden steden als Sevilla te mijden, want het is er veel te heet.
In Malaga is het ook heet, maar het ligt aan zee, dus dat belooft een verkoelend briesje. Tijdens mijn bezoek aan Malaga bleek dat maar ten dele het geval.
Malaga was de zoveelste locatie die ik aandeed voor mijn project Spaans Leren in Spanje. Ik kies steeds plaatsen aan de kust. Hoewel ik de Middellandse zee tot nu toe gemeden had, moest het er een keer van komen. Ik wilde namelijk ook zon, vooral toen mijn vermoeden bewaarheid werd dat ik wat dat betreft tijdens mijn vakantie in Engeland niet erg aan mijn trekken zou komen.
Om een beetje Spaans te leren, moet je minstens twee weken naar school. Maar dan moet je ergens zijn waar je twee weken door kunt brengen zonder na een paar dagen al uitgekeken te zijn. Een stad van enige omgang ligt dan voor de hand. En dat is Malaga.

Malaga is niet een van de mooiste steden van Andalusië, maar aantrekkelijk genoeg. Bovenop een berg midden in de stad bevinden zich de omvangrijke resten van een oud kasteel. Het is heel bijzonder om daar naar toe te klimmen en van steeds groter hoogte op de stad neer te kijken. Een van de aardigheden is dat je daar vandaan midden in de arena kunt kijken waar de stierengevechten gehouden worden. Vanuit de verte zag ik hoe ze zo'n arm beest naar binnen dreven, waar het treiteren onmiddellijk een aanvang nam. Helemaal boven blijkt er van een kasteel geen sprake, maar van een uitgestrekt ommuurd plateau met kantelen en versterkingen en uitkijktorens, verhogingen en verlagingen en lommerrijke tuinen, waar ook een horecagelegenheid aanwezig was. Een prima plek voor een flinke wandeling.

Grenzend aan dit complex, maar iets lager gelegen, bevindt zich een soort Alhambra in het klein. Ook een ommuurde vesting met ergens binnenin een echt Moors paleisje, omringd door tuinen en tuintjes, fonteinen en waterpartijen, poorten en trappen en prachtige uitzichten op zee. Hier weer aangrenzend ligt beneden een oud Romeins theater, dat nog maar ten dele is opgegraven. Veel valt daar nog niet aan te zien.

Malaga heeft natuurlijk een stukje 'oude stad', zoals bijna elke stad in Spanje een 'barrio gotico' of een 'parte vieja' heeft. Daar liggen mooie straatjes, maar ook veel verwaarloosd huizenbezit, al wordt er behoorlijk gerenoveerd. Aan de rand van de oude stad ligt een gigantische kathedraal in een ondefinieerbare stijl, die voor de verloren toerist een prettig baken vormt. En er is natuurlijk veel strand.
Aan de westkant bevindt zich een uitgestrekt strand en aan de oostkant eveneens, met daartussen de haven, die ook op de schop ligt, maar waar wel enorme zeeschepen binnenvoeren.

Aangezien de school zich aan de oostkant van Malaga bevond, in Malagueta, heb ik alleen het ooststrand bezocht. Eerlijk gezegd, er bestaan mooiere stranden. Het zand is grof, bijna kiezelig, en dof grijs van kleur. Als je er overheen loopt, wordt je bedekt met een laagje fijn stof. Het aardigste van het strand, behalve natuurlijk dat je er kon zwemmen en in de zon bakken, waren de eettentjes. Onder een rieten afdak kun je daar als lunch alle mogelijke soorten zeeproducten consumeren, gegrild of gefrituurd, met wat sla en een glaasje wijn.
Als je langs de boulevard van Malagueta verder naar het oosten loopt, kom je in een paar, inmiddels door Malaga geannexeerde, dorpjes met lage huisjes en smalle straatjes. Erg knus, maar vooral erg lekker, want daar bevinden zich de heerlijkste visrestaurantjes. Ze hebben er een speciale manier van vis klaarmaken: in een soort houten boot, gevuld met zand, worden houtblokken opgestapeld en aangestoken. Dan worden op een stok een aantal sardientjes geregen en die stok wordt naast het vuur in het zand gestoken. De vis komt dus niet met het vuur in aanraking, maar wordt als het ware gerookt. Verrukkelijk.
Eigenlijk heb ik overal in Malaga wel lekker gegeten. Geheel tegen de verwachting in, want Malaga staat niet bekend om zijn fijne keuken. Alleen in de enige tapasbar die ik bezocht was het eten beneden peil. Alles was door de bloem gehaald en gefrituurd.

Een groot nadeel van Malaga, maar dat geldt voor de rest van Spanje eigenlijk ook, is het permanente lawaai. Stilte bestaat er niet, ook niet 's nachts, dan wordt namelijk het vuilnis opgehaald, de puttenzuiger is aan het werk, cabrio’s laten voor je deur de motor stationair draaien onderwijl luidruchtige muziek spelend, brommers en scooters met opgevoerde motoren knallen door de straat, troepjes dronken cafébezoekers lopen luidruchtig zingend voorbij of vrienden staan onder jouw raam uitgebreid en hard te delibereren over de aanschaf van een auto. En om een beetje koelte te verkrijgen, moet je slapen met de ramen open. Daar kwam nog bij dat gedurende de eerste week van mijn verblijf er ook nog 'feria' waren, een soort grote kermis waarvoor overal, soms straatlange tenten, waren gebouwd, waar het bier rijkelijk vloeide en op allerlei podia muziek en dans genoten kon worden. De tweede week, toen alle tenten afgebroken waren, werd pas zichtbaar hoe mooi de boulevards en pleinen er eigenlijk zijn.

De grootste boulevard loopt parallel aan de haven. Er staan schitterende gebouwen aan deze boulevard, maar er is ook een langwerpig park op aangelegd. En ooit was dit een industrieterrein!
Er loopt een rivier door Malaga, maar dat moet niet al te letterlijk worden genomen want deze rivier is voor een groot deel drooggelegd of drooggevallen en bevat voornamelijk grasvelden, waarop allerlei balspelen worden beoefend.
Er is een aantal bezienswaardige kerken, leuke pleinen en pleintjes, typische en atypische kroegen en er is veel Picasso.
Picasso is in Malaga geboren en heeft er de eerste vijf, zes jaar van zijn leven gewoond. Zijn geboortehuis herbergt een leuke collectie van zijn minder bekende werken op papier. Daarnaast is er echter ook nog een Picassomuseum, met schilderijen en wat keramiek en een enkel beeld.
Dit is een rare verzameling, met niettemin enkele fraaie stukken, die beslist geen goed beeld geeft van Picasso. Het lijkt een beetje hapsnap bij elkaar geraapt en wordt ook nog achronologisch gepresenteerd en er is geen touw aan vast te knopen. Toch is dat museum een bezoek waard, want het bevindt zich in een fraai gebouw.
Ik heb beslist geen spijt van Malaga, maar voor mijn volgende cursus laat ik de Middellandse zee weer voor wat hij is.
 
*******************
Beetje tot rust komen?
© 2008 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2