archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 1
Jaargang 6
9 oktober 2008
Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
50 jaar Nederpop Henk Klaren

0601VG The Shoes
Onlangs vroeg ik aan een Franse veertiger wat hij vond van Franse popmuziek. Hij keek me verbijsterd aan: ‘Franse popmuziek!?’ wist hij er nog net uit te brengen en hij liet een holle lach horen. Dat verbaasde me niet echt, maar je weet maar nooit.
Zo’n soort gevoel bekroop me toen ik hoorde dat Radio twee in week 40 van dit jaar een themaweek had over vijftig jaar Nederlandse popmuziek. Popmuziek is Amerikaans en Brits met hier en daar wat belendende percelen.
Radio, everybody listens to the radio zongen de Dolly Dots en dat is wel zo. Ik wel in elk geval. Toch is er in die vijftig jaar iets veranderd bij de radio. Héél vroeger zette je de radio aan om naar een speciaal programma te luisteren. Hoorspelen bijvoorbeeld of politiek commentaar, zoals De toestand in de wereld door mr. G.B.J. Hilterman of Meyer Sluyser, mijn favoriet. Eén uur in de week Tijd voor teenagers en een half uurtje Top of flop. Die programma’s werden gepresenteerd door een soort menéren. Je had ook nog Chris Howland natuurlijk. Twee uur op donderdagavond, waar ik maar een uur naar kon luisteren. Mijn ouders hadden draadomroep, een soort kabelradio met vier kanalen. Die kanalen werden van hogerhand geprogrammeerd en in het tweede uur Howland gaf hogerhand de voorkeur aan iets anders.

Je had natuurlijk Radio Luxemburg, maar die kon je niet altijd even goed ontvangen. Veronica kwam pas later en de rest is geschiedenis.
Tegenwoordig luíster je niet zozeer meer naar de radio. Althans, ik niet en – wie weet – velen met mij. Het is meer dat-ie áánstaat. Je staat ’s morgens op, poetst je tanden en zet de radio aan. Je luister niet echt, maar soms spits je je oren. En dat is geen woordspeling.
Bij ons staat hij altijd afgestemd op Radio 2. Ik weet eigenlijk niet meer precies waarom. De muziek is niet vaak storend en soms best aangenaam. Het geklets en de spelletjes storen me soms bijzonder. Ieder uur nieuws en weer is wel prettig. Ik weet eigenlijk nauwelijks wanneer welk programma is. Ja, toen American Connection nog op een normale tijd op twee was. Déja vu is ook wel aardig.

En nu dus vijftig jaar Nederlandse popmuziek. Als jonge liefhebber was ik daar nooit zo van. Het geld was schaars en een elpee kostte toch twee tientjes. Als je dan kon kiezen tussen de Beatles en Stones en – ik noem maar een dwarsstraat – de Motions dan was de keus niet zo moeilijk. Nu heb ik hier en daar wel wat staan: Q ‘65, een verzamelaar van de Earring en nogal wat Cuby, ééntje van de Nits en zelfs één van Bløf, een kadootje, maar toch. Onder meer.

En dan opeens zo’n themaweek. Natuurlijk: er wordt een hele hoop shit over je uitgestort. Het hele sakie loop in se nakie, sei me ome Sjakie aan de Middellandse Zee om maar eens wat te noemen. Dat is nog uitkijken, want voor je het weet loop je tijdens zo’n nummer de deur uit en heb je het de hele dag in je hoofd. Maar soms komt dan opeens de Q weer langs en die mag ik om de één of andere reden, en in weerwil van het vertederend slechte Engels, graag horen. De Tielman Brothers, misschien wel de allerbeste. De Earring, altijd goed en eerlijk gezegd moet ik ook de Outsiders - en ook Wally Tax alleen - gaan herwaarderen, geloof ik. De Shoes! Ik zag ze nog eens live op de Groene Weide op Terschelling, aangekondigd door de onvolprezen Hessel van der Wal (hé, waar was híj in de themaweek, toch een fenomeen). Ongelooflijk die geknepen stem van de leadzanger. Cuby natuurlijk, hij werd nog geïnterviewd over de pas overleden Relus ter Beek. Dat blijkt een kennis van Muskee te zijn geweest en een kenner van blues. Er blijkt wel degelijk genoeg te zijn om zo’n themaweek op niveau te vullen. Ondanks de Motions, want toen ik Wasted words hoorde kreeg ik onmiddellijk weer last van plaatsvervangende schaamte. Maar toen Robbie van Leeuwen desgevraagd verklaarde dat bij House for sale van Lucifer, nou ja van Margriet Eshuis, de beste Nederlandse popproductie van die vijftig jaar vond, mocht hij van mij toch blijven. Wat kan díe mevrouw goed zingen!

En dat is dan allemaal zo’n beetje de prehistorie. Niet dat ze allemaal zijn gestopt, maar toch. Op de schouders van al die reuzen *) - en de lui die ik ten onrechte niet heb genoemd – staan weer allerlei goede bands. Ik noemde Bløf al. Best goed, al is de uitstraling van frontman Jakobse niet zo cool. De Dijk, Van Dik Hout. Niks mis mee allemaal. Nog jonger: Di-rect is lang niet slecht en voor All Missing Pieces heb ik zelfs wel een zwak. Moke is gewoon goed. En alweer vergeet ik van alles.
Vijftig jaar Nederlandse popmuziek is dus geen onzin. Er is gewoon een traditie.
Zou het wonderlijk zijn om aan te nemen dat dat in veel landen het geval is? Lijkt me niet, even afgezien van Frankrijk dan.

*)Vrij naar Bernard van Chartres en Oasis


© 2008 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
50 jaar Nederpop Henk Klaren
0601VG The Shoes
Onlangs vroeg ik aan een Franse veertiger wat hij vond van Franse popmuziek. Hij keek me verbijsterd aan: ‘Franse popmuziek!?’ wist hij er nog net uit te brengen en hij liet een holle lach horen. Dat verbaasde me niet echt, maar je weet maar nooit.
Zo’n soort gevoel bekroop me toen ik hoorde dat Radio twee in week 40 van dit jaar een themaweek had over vijftig jaar Nederlandse popmuziek. Popmuziek is Amerikaans en Brits met hier en daar wat belendende percelen.
Radio, everybody listens to the radio zongen de Dolly Dots en dat is wel zo. Ik wel in elk geval. Toch is er in die vijftig jaar iets veranderd bij de radio. Héél vroeger zette je de radio aan om naar een speciaal programma te luisteren. Hoorspelen bijvoorbeeld of politiek commentaar, zoals De toestand in de wereld door mr. G.B.J. Hilterman of Meyer Sluyser, mijn favoriet. Eén uur in de week Tijd voor teenagers en een half uurtje Top of flop. Die programma’s werden gepresenteerd door een soort menéren. Je had ook nog Chris Howland natuurlijk. Twee uur op donderdagavond, waar ik maar een uur naar kon luisteren. Mijn ouders hadden draadomroep, een soort kabelradio met vier kanalen. Die kanalen werden van hogerhand geprogrammeerd en in het tweede uur Howland gaf hogerhand de voorkeur aan iets anders.

Je had natuurlijk Radio Luxemburg, maar die kon je niet altijd even goed ontvangen. Veronica kwam pas later en de rest is geschiedenis.
Tegenwoordig luíster je niet zozeer meer naar de radio. Althans, ik niet en – wie weet – velen met mij. Het is meer dat-ie áánstaat. Je staat ’s morgens op, poetst je tanden en zet de radio aan. Je luister niet echt, maar soms spits je je oren. En dat is geen woordspeling.
Bij ons staat hij altijd afgestemd op Radio 2. Ik weet eigenlijk niet meer precies waarom. De muziek is niet vaak storend en soms best aangenaam. Het geklets en de spelletjes storen me soms bijzonder. Ieder uur nieuws en weer is wel prettig. Ik weet eigenlijk nauwelijks wanneer welk programma is. Ja, toen American Connection nog op een normale tijd op twee was. Déja vu is ook wel aardig.

En nu dus vijftig jaar Nederlandse popmuziek. Als jonge liefhebber was ik daar nooit zo van. Het geld was schaars en een elpee kostte toch twee tientjes. Als je dan kon kiezen tussen de Beatles en Stones en – ik noem maar een dwarsstraat – de Motions dan was de keus niet zo moeilijk. Nu heb ik hier en daar wel wat staan: Q ‘65, een verzamelaar van de Earring en nogal wat Cuby, ééntje van de Nits en zelfs één van Bløf, een kadootje, maar toch. Onder meer.

En dan opeens zo’n themaweek. Natuurlijk: er wordt een hele hoop shit over je uitgestort. Het hele sakie loop in se nakie, sei me ome Sjakie aan de Middellandse Zee om maar eens wat te noemen. Dat is nog uitkijken, want voor je het weet loop je tijdens zo’n nummer de deur uit en heb je het de hele dag in je hoofd. Maar soms komt dan opeens de Q weer langs en die mag ik om de één of andere reden, en in weerwil van het vertederend slechte Engels, graag horen. De Tielman Brothers, misschien wel de allerbeste. De Earring, altijd goed en eerlijk gezegd moet ik ook de Outsiders - en ook Wally Tax alleen - gaan herwaarderen, geloof ik. De Shoes! Ik zag ze nog eens live op de Groene Weide op Terschelling, aangekondigd door de onvolprezen Hessel van der Wal (hé, waar was híj in de themaweek, toch een fenomeen). Ongelooflijk die geknepen stem van de leadzanger. Cuby natuurlijk, hij werd nog geïnterviewd over de pas overleden Relus ter Beek. Dat blijkt een kennis van Muskee te zijn geweest en een kenner van blues. Er blijkt wel degelijk genoeg te zijn om zo’n themaweek op niveau te vullen. Ondanks de Motions, want toen ik Wasted words hoorde kreeg ik onmiddellijk weer last van plaatsvervangende schaamte. Maar toen Robbie van Leeuwen desgevraagd verklaarde dat bij House for sale van Lucifer, nou ja van Margriet Eshuis, de beste Nederlandse popproductie van die vijftig jaar vond, mocht hij van mij toch blijven. Wat kan díe mevrouw goed zingen!

En dat is dan allemaal zo’n beetje de prehistorie. Niet dat ze allemaal zijn gestopt, maar toch. Op de schouders van al die reuzen *) - en de lui die ik ten onrechte niet heb genoemd – staan weer allerlei goede bands. Ik noemde Bløf al. Best goed, al is de uitstraling van frontman Jakobse niet zo cool. De Dijk, Van Dik Hout. Niks mis mee allemaal. Nog jonger: Di-rect is lang niet slecht en voor All Missing Pieces heb ik zelfs wel een zwak. Moke is gewoon goed. En alweer vergeet ik van alles.
Vijftig jaar Nederlandse popmuziek is dus geen onzin. Er is gewoon een traditie.
Zou het wonderlijk zijn om aan te nemen dat dat in veel landen het geval is? Lijkt me niet, even afgezien van Frankrijk dan.

*)Vrij naar Bernard van Chartres en Oasis
© 2008 Henk Klaren
powered by CJ2