archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 20
Jaargang 5
25 september 2008
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Techniek en stijl Peter Schröder

0520BS 49.1
Bruggen en rijwegen
‘Landelijke School voor bruggen en rijwegen’, spreekt zo’n naam tot de Nederlandse fantasie? ‘Niet echt,’ zeggen we tegenwoordig. Verkeer en Waterstaat, van Leeghwater to Lely, roepen hier veel meer heldhaftigs wakker. Maar laten we ons niet verkijken, de École Nationale des Ponts et Chaussées, opgericht in 1747, staat in Frankrijk en is een van de meest prestigieuze Grandes Écoles van de Franse Republiek. De Grandes Écoles zijn scholen voor een elite, let wel: een intellectuele elite, niet een gezelschap welgestelde leeghoofden met de juiste dubbele familienaam. Les Ponts stamt uit de 18e eeuw maar veroverde zijn sterke positie in de 19e eeuw, die van de ingenieurs. Nederlanders denken dat de Grandes Écoles de afgeschermde speeltuin waren van de gevestigde (aristocratische) orde. De sterke ‘sociale’ positie van deze scholen is echter een gevolg van een omgekeerd beleid: de elite besefte dat zijn positie gebaseerd op grond en geld niet langer houdbaar was en dat de enige manier om een belangrijke rol te blijven spelen was te zorgen voor een zo goed mogelijke opleiding van het intellectuele talent in zijn midden en daarbuiten. Alleen de knapste koppen werden in een competitieve examenveldslag toegelaten om uit te groeien tot nog veel knappere, en invloedrijker koppen.

Gemak, gezondheid, geluk, veiligheid en rijkdom
Willen we dat niet allemaal in onze Global Knowledge Society? We vragen het de minister van OCW en lezen op zijn Website over Wetenschap:
Investeren in kennis is investeren in de toekomst. Wetenschap en onderzoek spelen daarin een hoofdrol. Het ministerie van OCW draagt via het wetenschapsbeleid bij aan een onderzoeksklimaat dat uitdaagt tot prestatie en innovatie. Wetenschap geeft onze kennissamenleving nieuwe kansen en impulsen. OCW zet daarvoor in samenspraak met wetenschappelijke organisaties strategische onderzoekslijnen uit.
De minister kent ook het begrip toegepaste wetenschap:
In Nederland is er behoefte aan een goede verbinding tussen onderzoek, kennis en de toepassing ervan in de praktijk. Het is belangrijk om de kennis van de grote kennisinstituten beter te gebruiken en (wetenschappelijk) onderzoek gerichter toe te passen. Vraagprogrammering en programmatische financiering maken dit mogelijk.
Waarom is die behoefte er?
Wetenschappelijke resultaten dienen gemak, gezondheid, geluk, veiligheid en rijkdom.
Zo is het maar net. Minister Plasterk is niet alleen een helder denker, maar ook erg menselijk in zijn beleid.

Brug tussen traditie en toekomst
Terug naar de Franse ingenieurselite van Les Ponts (tegenwoordig overigens gevestigd in Marne le Vallée, als vestigingsplaats van EuroDisney zelfs bekend in Nederland). Die weten van bruggen bouwen! Beperken we ons even tot de laatste twee meesterwerken: de Pont de Normandie (1995) en het Viaduc de Millau (2004) (pijlers hoger dan de Eiffel toren): als die meesterwerken gemak, gezondheid, geluk, veiligheid en rijkdom niet dienen dan weet ik het ook niet meer. Zullen we nog eens een riedel proberen? Bruggen als verbinding tussen traditie en toekomst?
François Doyelle en Charles Lavigne, Ponts alumni, waren de architecten van de Pont de Normandie. Architecten beperken zich tegenwoordig vaak tot het maken van een tot de verbeelding sprekende schets. Het uitwerken daarvan was het werk van Ponts alumnus ontwerper Michel Virlogeux. De competitie voor het Viaduc de Millau werd gewonnen door de Britse architect Norman Foster, de uitwerking was weer van Michel Virlogeux. Virlogeux studeerde niet alleen aan de Ponts, maar ook aan de Polytechnique en promoveerde aan de Université Pierre et Marie Curie. Virlogeux is niet van al te chique komaf, maar heeft op de Ponts in ieder geval ook moeten leren paardrijden (dat hoort daar tot de verplichte stof).

Freyssinet en Eiffel
Aan de Pont de Normandie werd een belangrijke bijdrage geleverd door aannemersbedrijf Freyssinet, intellectuele afstammeling van Ponts alumnus Egène Freyssinet, de pionier van het voorbespannen beton. De uitvoering van de bouw van het Viaduc de Millau was in handen van het aannemersbedrijf Eiffage, onderdeel0520BS 49.2 van de Eiffel groep, intellectuele nazaat van Alexandre Gustave Eiffel, geen Ponts alumnus, die na een spectaculair Viaduc de Garabit, jawel, onder nog veel meer de Tour Eiffel in Parijs neerzette. Innovatie gebed in een lange traditie. Zo is het wel weer genoeg.

Pont Roulant
De twee laatste Franse mega-bruggen zijn niet gespeend van schoonheid, maar dan wel van een sobere schoonheid. Wat zullen we zeggen: functioneel, strak, geen poespas van ornamenten. Le Corbusier had ervan kunnen dromen. Terug in de soberder tijden van het Fin de Siécle werd er door ingenieurs op een heel andere manier over schoonheid gedacht. Alweer de omgekeerde wereld: eerst een knappe werkende constructie maken en die dan verkleden met een classicistisch bouwwerkje. Op prentbriefkaarten 1a en 1b de onwaarschijnlijke constructie van de Pont Roulant tussen St. Malo en St. Servan in Normandië, eerst bij hoogwater en dan bij laagwater. Geen brug en geen pont(veer) maar een brugdek op een wagentje dat werd voortgetrokken op rails die op de bodem van het te overbruggen water lag. Het idee lijkt rationeel, maar de praktijk surrealistisch: het geval moest kunnen werken bij hoog- en laagwater waartussen een verschil van een meter of 12 kon bestaan.

Pont Transbordeur
Een brugdek op hele hoge poten waaronder wielen op rails tussen de mosselen en alikruiken. Het geval was een ontwerp van de ingenieur Alexandre Leroyer en het vervoermiddel heeft gefunctioneerd tussen 1873 – 1922. Heus waar! Pas een aanvaring met een groot Noors vrachtschip betekende het einde van dit wonder der techniek.
Maar nu iets anders: wat had Leroyer bovenop dat onderstel een gezellig huisje laten zetten! Geen functionele kajuit, maar een mooi klassiek geornamenteerd bouwwerkje. Geen wonder dat chique geklede dames en heren (lange jurken, brede stooien hoeden) zich graag door de Pont Roulant lieten overzetten. Hoewel, kijk eens goed naar het oeververkeer bij laagwater: daar beneden in de slibsmurrie loopt een soort voetgangersdijkje waarover je (als het water laag genoeg stond) naar de overkant kon lopen. En daar lopen ook alweer van die keurig geklede dames (hoeden, jurken); voor niks en niemand bang.

Luchtbouillabaisse
Dat brengt ons bij een vergelijkbaar hoogstandje van Franse bruggenbouw: de Pont Transbordeur, ditmaal de oeververbinding bij de haven van Marseille. Het brugdek rijdt hier niet op rails, maar hangt aan een loopkat die loopt over de rails van een behoorlijk hoge (52 m.) overspanning. De verbinding werd geopend (?) in 1905 en functioneerde tot 1930, toen er geen geld te vinden was voor verdere exploitatie. In 1944 bliezen Duitse soldaten de pijlers op. De Franse Transbordeurs werden gemaakt door ingenieur Ferdinand Arnodin. Hun voorkomen was even surrealistisch als dat van de Pont Roulant. Op briefkaart 2a zien we de Trotse Transbordeur over de Vieux Port van Marseille in volle glorie. Wat we niet goed zien is het gezellige gebouwtje op dat zwevende brugdek. Wel zien we, als we goed kijken, in dezelfde stijl gebouwde paviljoens aan de uiteinden van de overspanning, op die 52 meter hoogte. In één van die paviljoens was een restaurant gevestigd waar, jawel, de beroemde bouillabaisse geserveerd werd. Ook de langouste stond op het menu voor de goed geklede bezoekers.

Vrouwen & Techniek: geen moeite
Techniek minnende bezoekers mogen we wel zeggen. Er waren er ook die naar boven klommen om de overtocht niet op dat brugdek te maken maar over de overspanning, weer op die 52 meter hoogte. Die mooie wandeling werd door velen gemaakt, dat kan gezien worden op briefkaart 2b. Een heel gezelschap alweer chic geklede dames (hoeden met pluimen) en heren (bolhoed) wandelt daar zonder een spoortje van hoogtevrees door de lucht. Sterker nog: er zijn er heel wat die er niet voor terugdeinzen de 86 meter hoge pylonen te beklimmen!

******
Kaarten uit ‘de Peter Schröder Collectie’, copyright 2008 Peter Schröder. Aan mijn website met mooiere versies van de plaatjes wordt gewerkt.
Veel van de in deze rubriek vertoonde prentbriefkaarten zijn geleverd door Antiquariaat Jac. Verloop. www.jacverloop.nl Jaap Verloop beschikt over een zeer veelzijdig assortiment ansichtkaarten en ander drukwerk.


© 2008 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Techniek en stijl Peter Schröder
0520BS 49.1
Bruggen en rijwegen
‘Landelijke School voor bruggen en rijwegen’, spreekt zo’n naam tot de Nederlandse fantasie? ‘Niet echt,’ zeggen we tegenwoordig. Verkeer en Waterstaat, van Leeghwater to Lely, roepen hier veel meer heldhaftigs wakker. Maar laten we ons niet verkijken, de École Nationale des Ponts et Chaussées, opgericht in 1747, staat in Frankrijk en is een van de meest prestigieuze Grandes Écoles van de Franse Republiek. De Grandes Écoles zijn scholen voor een elite, let wel: een intellectuele elite, niet een gezelschap welgestelde leeghoofden met de juiste dubbele familienaam. Les Ponts stamt uit de 18e eeuw maar veroverde zijn sterke positie in de 19e eeuw, die van de ingenieurs. Nederlanders denken dat de Grandes Écoles de afgeschermde speeltuin waren van de gevestigde (aristocratische) orde. De sterke ‘sociale’ positie van deze scholen is echter een gevolg van een omgekeerd beleid: de elite besefte dat zijn positie gebaseerd op grond en geld niet langer houdbaar was en dat de enige manier om een belangrijke rol te blijven spelen was te zorgen voor een zo goed mogelijke opleiding van het intellectuele talent in zijn midden en daarbuiten. Alleen de knapste koppen werden in een competitieve examenveldslag toegelaten om uit te groeien tot nog veel knappere, en invloedrijker koppen.

Gemak, gezondheid, geluk, veiligheid en rijkdom
Willen we dat niet allemaal in onze Global Knowledge Society? We vragen het de minister van OCW en lezen op zijn Website over Wetenschap:
Investeren in kennis is investeren in de toekomst. Wetenschap en onderzoek spelen daarin een hoofdrol. Het ministerie van OCW draagt via het wetenschapsbeleid bij aan een onderzoeksklimaat dat uitdaagt tot prestatie en innovatie. Wetenschap geeft onze kennissamenleving nieuwe kansen en impulsen. OCW zet daarvoor in samenspraak met wetenschappelijke organisaties strategische onderzoekslijnen uit.
De minister kent ook het begrip toegepaste wetenschap:
In Nederland is er behoefte aan een goede verbinding tussen onderzoek, kennis en de toepassing ervan in de praktijk. Het is belangrijk om de kennis van de grote kennisinstituten beter te gebruiken en (wetenschappelijk) onderzoek gerichter toe te passen. Vraagprogrammering en programmatische financiering maken dit mogelijk.
Waarom is die behoefte er?
Wetenschappelijke resultaten dienen gemak, gezondheid, geluk, veiligheid en rijkdom.
Zo is het maar net. Minister Plasterk is niet alleen een helder denker, maar ook erg menselijk in zijn beleid.

Brug tussen traditie en toekomst
Terug naar de Franse ingenieurselite van Les Ponts (tegenwoordig overigens gevestigd in Marne le Vallée, als vestigingsplaats van EuroDisney zelfs bekend in Nederland). Die weten van bruggen bouwen! Beperken we ons even tot de laatste twee meesterwerken: de Pont de Normandie (1995) en het Viaduc de Millau (2004) (pijlers hoger dan de Eiffel toren): als die meesterwerken gemak, gezondheid, geluk, veiligheid en rijkdom niet dienen dan weet ik het ook niet meer. Zullen we nog eens een riedel proberen? Bruggen als verbinding tussen traditie en toekomst?
François Doyelle en Charles Lavigne, Ponts alumni, waren de architecten van de Pont de Normandie. Architecten beperken zich tegenwoordig vaak tot het maken van een tot de verbeelding sprekende schets. Het uitwerken daarvan was het werk van Ponts alumnus ontwerper Michel Virlogeux. De competitie voor het Viaduc de Millau werd gewonnen door de Britse architect Norman Foster, de uitwerking was weer van Michel Virlogeux. Virlogeux studeerde niet alleen aan de Ponts, maar ook aan de Polytechnique en promoveerde aan de Université Pierre et Marie Curie. Virlogeux is niet van al te chique komaf, maar heeft op de Ponts in ieder geval ook moeten leren paardrijden (dat hoort daar tot de verplichte stof).

Freyssinet en Eiffel
Aan de Pont de Normandie werd een belangrijke bijdrage geleverd door aannemersbedrijf Freyssinet, intellectuele afstammeling van Ponts alumnus Egène Freyssinet, de pionier van het voorbespannen beton. De uitvoering van de bouw van het Viaduc de Millau was in handen van het aannemersbedrijf Eiffage, onderdeel0520BS 49.2 van de Eiffel groep, intellectuele nazaat van Alexandre Gustave Eiffel, geen Ponts alumnus, die na een spectaculair Viaduc de Garabit, jawel, onder nog veel meer de Tour Eiffel in Parijs neerzette. Innovatie gebed in een lange traditie. Zo is het wel weer genoeg.

Pont Roulant
De twee laatste Franse mega-bruggen zijn niet gespeend van schoonheid, maar dan wel van een sobere schoonheid. Wat zullen we zeggen: functioneel, strak, geen poespas van ornamenten. Le Corbusier had ervan kunnen dromen. Terug in de soberder tijden van het Fin de Siécle werd er door ingenieurs op een heel andere manier over schoonheid gedacht. Alweer de omgekeerde wereld: eerst een knappe werkende constructie maken en die dan verkleden met een classicistisch bouwwerkje. Op prentbriefkaarten 1a en 1b de onwaarschijnlijke constructie van de Pont Roulant tussen St. Malo en St. Servan in Normandië, eerst bij hoogwater en dan bij laagwater. Geen brug en geen pont(veer) maar een brugdek op een wagentje dat werd voortgetrokken op rails die op de bodem van het te overbruggen water lag. Het idee lijkt rationeel, maar de praktijk surrealistisch: het geval moest kunnen werken bij hoog- en laagwater waartussen een verschil van een meter of 12 kon bestaan.

Pont Transbordeur
Een brugdek op hele hoge poten waaronder wielen op rails tussen de mosselen en alikruiken. Het geval was een ontwerp van de ingenieur Alexandre Leroyer en het vervoermiddel heeft gefunctioneerd tussen 1873 – 1922. Heus waar! Pas een aanvaring met een groot Noors vrachtschip betekende het einde van dit wonder der techniek.
Maar nu iets anders: wat had Leroyer bovenop dat onderstel een gezellig huisje laten zetten! Geen functionele kajuit, maar een mooi klassiek geornamenteerd bouwwerkje. Geen wonder dat chique geklede dames en heren (lange jurken, brede stooien hoeden) zich graag door de Pont Roulant lieten overzetten. Hoewel, kijk eens goed naar het oeververkeer bij laagwater: daar beneden in de slibsmurrie loopt een soort voetgangersdijkje waarover je (als het water laag genoeg stond) naar de overkant kon lopen. En daar lopen ook alweer van die keurig geklede dames (hoeden, jurken); voor niks en niemand bang.

Luchtbouillabaisse
Dat brengt ons bij een vergelijkbaar hoogstandje van Franse bruggenbouw: de Pont Transbordeur, ditmaal de oeververbinding bij de haven van Marseille. Het brugdek rijdt hier niet op rails, maar hangt aan een loopkat die loopt over de rails van een behoorlijk hoge (52 m.) overspanning. De verbinding werd geopend (?) in 1905 en functioneerde tot 1930, toen er geen geld te vinden was voor verdere exploitatie. In 1944 bliezen Duitse soldaten de pijlers op. De Franse Transbordeurs werden gemaakt door ingenieur Ferdinand Arnodin. Hun voorkomen was even surrealistisch als dat van de Pont Roulant. Op briefkaart 2a zien we de Trotse Transbordeur over de Vieux Port van Marseille in volle glorie. Wat we niet goed zien is het gezellige gebouwtje op dat zwevende brugdek. Wel zien we, als we goed kijken, in dezelfde stijl gebouwde paviljoens aan de uiteinden van de overspanning, op die 52 meter hoogte. In één van die paviljoens was een restaurant gevestigd waar, jawel, de beroemde bouillabaisse geserveerd werd. Ook de langouste stond op het menu voor de goed geklede bezoekers.

Vrouwen & Techniek: geen moeite
Techniek minnende bezoekers mogen we wel zeggen. Er waren er ook die naar boven klommen om de overtocht niet op dat brugdek te maken maar over de overspanning, weer op die 52 meter hoogte. Die mooie wandeling werd door velen gemaakt, dat kan gezien worden op briefkaart 2b. Een heel gezelschap alweer chic geklede dames (hoeden met pluimen) en heren (bolhoed) wandelt daar zonder een spoortje van hoogtevrees door de lucht. Sterker nog: er zijn er heel wat die er niet voor terugdeinzen de 86 meter hoge pylonen te beklimmen!

******
Kaarten uit ‘de Peter Schröder Collectie’, copyright 2008 Peter Schröder. Aan mijn website met mooiere versies van de plaatjes wordt gewerkt.
Veel van de in deze rubriek vertoonde prentbriefkaarten zijn geleverd door Antiquariaat Jac. Verloop. www.jacverloop.nl Jaap Verloop beschikt over een zeer veelzijdig assortiment ansichtkaarten en ander drukwerk.
© 2008 Peter Schröder
powered by CJ2