archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 20
Jaargang 5
25 september 2008
Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Hoe zit dat nou met die maîtresses? Rob Kieft

0520BS Injectie
We doen graag wat lacherig over hoe het leven in Frankrijk georganiseerd is. Ze nemen het niet zo nauw, die Fransen. Toch? Veel lunchen, weinig werken, erg veel beloven en weinig doen. Leven met de Franse slag, als goden in hun eigen Frankrijk. En we weten natuurlijk allemaal dat iedere man een maîtresse heeft!
Intussen wonen we nu ruim vier jaar, in deeltijd dat wel, in een dorp met wel 230 inwoners in Frankrijk. En wat blijkt? Van onze ideeën over dat losse leven in Frankrijk is weinig meer over.

Het begon er al mee, dat we bij het openen van een bankrekening te horen kregen dat de bank weinig tot geen waardering kon opbrengen voor roodstand op de rekening. Een kleine roodstand zou al na enkele dagen aanleiding vormen tot aanmaningen en wie met enige regelmaat meer opneemt dan inlegt, kan na niet al te lange tijd verzocht worden naar een andere bank uit te zien.
We schrokken daar niet ernstig van en dachten dat dit wellicht de uitzondering op de regel zou zijn. Maar nee, dit blijkt standaard het geval bij alle Franse banken te zijn. Net zoals het standaard onmogelijk is een aflossingsvrije hypotheek af te sluiten. En net zoals stipt drie dagen na een overschrijving naar de Franse bankrekening het bewijs daarvan hier in de brievenbus valt.

Ons Franse huis heeft geen brievenbus, die was in 1815 ook niet zo nodig en bovendien bewonen wij de voormalige stal van een boerderij die in de jaren dertig van vorige eeuw afbrandde. Bij nader inzien bleek niemand in het dorp over een eigen brievenbus te beschikken. Wel staan op strategische punten in het dorp palen, waaraan zes tot acht brievenbussen zijn bevestigd. Bewoners van de huizen in de buurt van zo’n paal krijgen daar hun brievenbus toegewezen. Dus gaven wij op het dichtstbijzijnde postkantoor aan, dat wij ook wel over een brievenbus wilden beschikken. Dat was geen probleem, men zou dat regelen en dan zouden we van ‘ze postman’, zoals de lieftalige loketbediende in haar beste Engels uitlegde, wel horen hoe dat verder in z’n werk ging. Daar zou wel een weekje overheen gaan, dachten we.
Staat de volgende morgen rond 8.30 uur inderdaad de postbode voor de deur. Met een sleuteltje van één van de aanpalende brievenbussen. En of we verder nog vragen hadden. Die brievenbus blijkt overigens, behalve de paar rekeningen die aangeleverd worden ( en vooral op tijd betalen!), vooral commercieel drukwerk te ontvangen, maar dat is in dit geval weer reuze handig voor het bijleren van Frans vocabulaire.

En dan zijn er natuurlijk de schoolbussen. Ons dorp mag dan een beetje aan het vergrijzen zijn, het schooltje naast de mairie is goed bevolkt. Hoe kan dat? Dat kan door goed samen te werken met twee andere dorpen in de omgeving van ongeveer dezelfde omvang. Dorp A ontvangt alle leerlingen uit de samenwerkende dorpen voor de klassen 1 en 2, in dorpje B zitten alle leerlingen voor de klassen 3 en 4 en, inderdaad, het schooltje in dorp C bevat klas 5 en 6.
Dat wil nog niet betekenen, dat ouders die kinderen op school in de twee andere dorpen hebben, vier maal daags een rondje langs die dorpen moeten maken. Dat doet de schoolbus. Gefinancierd door de overheid en bestuurd door vrijwilligers. Alle kinderen uit dorp A melden zich op enig moment bij de school in hun dorp, waar de schoolbus de leerlingen voor de andere twee dorpen oppikt en hen vervolgens bij het juiste schooltje aflevert, maar daar ook weer kinderen meeneemt voor de andere schooltjes.
Dat gebeurt ‘s ochtends, de bus rijdt de leerlingen daarna weer naar hun eigen dorp voor de lunch, haalt hen vervolgens weer op en rond vijf ’s middags zijn ze allemaal weer terug in hun eigen woonplaats. Met de regelmaat van de klok, zes dagen per week, want ook op zaterdagmorgen is er (nog) les.

Maar het aardigste voorbeeld van (on?)Franse punctualiteit kan ik ontlenen aan weer een andere sector: de gezondheidszorg.
Ik moest een huisarts bezoeken en informeerde bij een paar Nederlandse ( jawel!) dorpsgenoten, welke arts zij konden aanbevelen. Unaniem prezen zij overigens de Franse gezondheidszorg en stuurden me allemaal naar dezelfde arts, enkele dorpen verderop. Geen keuzeprobleem dus. Ik maakte telefonisch een afspraak en werd er aan het eind van het gesprek niet eens echt subtiel op gewezen dat ik vooral op tijd diende te zijn: de dokter had er een hekel aan op patiënten te moeten wachten en bovendien verstoorde dat het afspraakschema voor hen die nog na mij zouden komen.
Dat was nog eens een ander medisch geluid!

Ik was keurig op tijd en de dokter ook. Het ging om een ontstoken wond en een van de eerste dingen die de dokter graag wilde weten was, wanneer ik mijn laatste tetanusinjectie had gehad. Ik viel stil, tetanusinjectie? Ik antwoordde dat dat waarschijnlijk wel meer dan veertig jaar geleden kon zijn. Toen viel de dokter stil. Veertig jaar, maar die injectie moest toch tenminste iedere tien jaar herhaald worden! Hoe kon het zijn dat bij jullie in Nederland..... nou ja, misschien is het agrarische karakter van de streek de oorzaak van deze gewoonte. Maar hoe dan ook, dokter schreef haastig een recept voor zo’n injectie uit, stuurde mijn vrouw daarmee naar de apotheek om de hoek en begon met de behandeling van de wond.
Dat gebeurde uiterst zorgvuldig. Maar toen ik ruimschoots voorzien van ontsmettings- en verbandmiddelen richting uitgang begon te bewegen, bleek dat niet de bedoeling. Ik werd uitgebreid over mijn medische geschiedenis ondervraagd en daarna bleek het nog opportuun even mijn bloeddruk te meten.
Kort daarna kon ik de tetanusinjectie die ik al jaren zo ontbeerd had, ontvangen en vervolgens bij dezelfde apotheek om de hoek op recept van de dokter enorme pakken medicijnen en verbandmiddelen in ontvangst nemen.

We zijn dus inmiddels genezen van de gedachte dat het allemaal zo losjes gaat in Frankrijk. Nu moet ik alleen nog eens uitzoeken hoe het met die maîtresses zit.
 
*******************************
Lucia Jonkhoff is ontwerper en tekenaar.
Informatie op www.latsiko.nl .


© 2008 Rob Kieft meer Rob Kieft - meer "Brief uit ..."
Beschouwingen > Brief uit ...
Hoe zit dat nou met die maîtresses? Rob Kieft
0520BS Injectie
We doen graag wat lacherig over hoe het leven in Frankrijk georganiseerd is. Ze nemen het niet zo nauw, die Fransen. Toch? Veel lunchen, weinig werken, erg veel beloven en weinig doen. Leven met de Franse slag, als goden in hun eigen Frankrijk. En we weten natuurlijk allemaal dat iedere man een maîtresse heeft!
Intussen wonen we nu ruim vier jaar, in deeltijd dat wel, in een dorp met wel 230 inwoners in Frankrijk. En wat blijkt? Van onze ideeën over dat losse leven in Frankrijk is weinig meer over.

Het begon er al mee, dat we bij het openen van een bankrekening te horen kregen dat de bank weinig tot geen waardering kon opbrengen voor roodstand op de rekening. Een kleine roodstand zou al na enkele dagen aanleiding vormen tot aanmaningen en wie met enige regelmaat meer opneemt dan inlegt, kan na niet al te lange tijd verzocht worden naar een andere bank uit te zien.
We schrokken daar niet ernstig van en dachten dat dit wellicht de uitzondering op de regel zou zijn. Maar nee, dit blijkt standaard het geval bij alle Franse banken te zijn. Net zoals het standaard onmogelijk is een aflossingsvrije hypotheek af te sluiten. En net zoals stipt drie dagen na een overschrijving naar de Franse bankrekening het bewijs daarvan hier in de brievenbus valt.

Ons Franse huis heeft geen brievenbus, die was in 1815 ook niet zo nodig en bovendien bewonen wij de voormalige stal van een boerderij die in de jaren dertig van vorige eeuw afbrandde. Bij nader inzien bleek niemand in het dorp over een eigen brievenbus te beschikken. Wel staan op strategische punten in het dorp palen, waaraan zes tot acht brievenbussen zijn bevestigd. Bewoners van de huizen in de buurt van zo’n paal krijgen daar hun brievenbus toegewezen. Dus gaven wij op het dichtstbijzijnde postkantoor aan, dat wij ook wel over een brievenbus wilden beschikken. Dat was geen probleem, men zou dat regelen en dan zouden we van ‘ze postman’, zoals de lieftalige loketbediende in haar beste Engels uitlegde, wel horen hoe dat verder in z’n werk ging. Daar zou wel een weekje overheen gaan, dachten we.
Staat de volgende morgen rond 8.30 uur inderdaad de postbode voor de deur. Met een sleuteltje van één van de aanpalende brievenbussen. En of we verder nog vragen hadden. Die brievenbus blijkt overigens, behalve de paar rekeningen die aangeleverd worden ( en vooral op tijd betalen!), vooral commercieel drukwerk te ontvangen, maar dat is in dit geval weer reuze handig voor het bijleren van Frans vocabulaire.

En dan zijn er natuurlijk de schoolbussen. Ons dorp mag dan een beetje aan het vergrijzen zijn, het schooltje naast de mairie is goed bevolkt. Hoe kan dat? Dat kan door goed samen te werken met twee andere dorpen in de omgeving van ongeveer dezelfde omvang. Dorp A ontvangt alle leerlingen uit de samenwerkende dorpen voor de klassen 1 en 2, in dorpje B zitten alle leerlingen voor de klassen 3 en 4 en, inderdaad, het schooltje in dorp C bevat klas 5 en 6.
Dat wil nog niet betekenen, dat ouders die kinderen op school in de twee andere dorpen hebben, vier maal daags een rondje langs die dorpen moeten maken. Dat doet de schoolbus. Gefinancierd door de overheid en bestuurd door vrijwilligers. Alle kinderen uit dorp A melden zich op enig moment bij de school in hun dorp, waar de schoolbus de leerlingen voor de andere twee dorpen oppikt en hen vervolgens bij het juiste schooltje aflevert, maar daar ook weer kinderen meeneemt voor de andere schooltjes.
Dat gebeurt ‘s ochtends, de bus rijdt de leerlingen daarna weer naar hun eigen dorp voor de lunch, haalt hen vervolgens weer op en rond vijf ’s middags zijn ze allemaal weer terug in hun eigen woonplaats. Met de regelmaat van de klok, zes dagen per week, want ook op zaterdagmorgen is er (nog) les.

Maar het aardigste voorbeeld van (on?)Franse punctualiteit kan ik ontlenen aan weer een andere sector: de gezondheidszorg.
Ik moest een huisarts bezoeken en informeerde bij een paar Nederlandse ( jawel!) dorpsgenoten, welke arts zij konden aanbevelen. Unaniem prezen zij overigens de Franse gezondheidszorg en stuurden me allemaal naar dezelfde arts, enkele dorpen verderop. Geen keuzeprobleem dus. Ik maakte telefonisch een afspraak en werd er aan het eind van het gesprek niet eens echt subtiel op gewezen dat ik vooral op tijd diende te zijn: de dokter had er een hekel aan op patiënten te moeten wachten en bovendien verstoorde dat het afspraakschema voor hen die nog na mij zouden komen.
Dat was nog eens een ander medisch geluid!

Ik was keurig op tijd en de dokter ook. Het ging om een ontstoken wond en een van de eerste dingen die de dokter graag wilde weten was, wanneer ik mijn laatste tetanusinjectie had gehad. Ik viel stil, tetanusinjectie? Ik antwoordde dat dat waarschijnlijk wel meer dan veertig jaar geleden kon zijn. Toen viel de dokter stil. Veertig jaar, maar die injectie moest toch tenminste iedere tien jaar herhaald worden! Hoe kon het zijn dat bij jullie in Nederland..... nou ja, misschien is het agrarische karakter van de streek de oorzaak van deze gewoonte. Maar hoe dan ook, dokter schreef haastig een recept voor zo’n injectie uit, stuurde mijn vrouw daarmee naar de apotheek om de hoek en begon met de behandeling van de wond.
Dat gebeurde uiterst zorgvuldig. Maar toen ik ruimschoots voorzien van ontsmettings- en verbandmiddelen richting uitgang begon te bewegen, bleek dat niet de bedoeling. Ik werd uitgebreid over mijn medische geschiedenis ondervraagd en daarna bleek het nog opportuun even mijn bloeddruk te meten.
Kort daarna kon ik de tetanusinjectie die ik al jaren zo ontbeerd had, ontvangen en vervolgens bij dezelfde apotheek om de hoek op recept van de dokter enorme pakken medicijnen en verbandmiddelen in ontvangst nemen.

We zijn dus inmiddels genezen van de gedachte dat het allemaal zo losjes gaat in Frankrijk. Nu moet ik alleen nog eens uitzoeken hoe het met die maîtresses zit.
 
*******************************
Lucia Jonkhoff is ontwerper en tekenaar.
Informatie op www.latsiko.nl .
© 2008 Rob Kieft
powered by CJ2