archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 18
Jaargang 5
21 augustus 2008
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Toch maar op vakantie: Luxe en eenvoud Peter Schröder

0518BS 47.1
Geoudehoer
Deze rubriek (Terzijde: Wist u dat? Waar het woord rubriek eigenlijk vandaan komt? Nou het is leuk dat u dat vraagt, het woord is afgeleid van het Latijnse ruber en dat betekent gewoon rood (red, rouge, rot, rosso, rojo, rubro). Hoe dat? Dat zit zo: de eerste, handgeschreven boeken (van heel lang geleden) kenden nog geen ruimtelijke paragraafindeling of alinea’s, de regels werden achter elkaar doorschreven. Om nou toch iets van overzichtelijkheid te organiseren werd de eerste regel van een nieuw tekstgedeelte (‘paragraaf’) geschreven met rode ipv. zwarte inkt. Zodoende. Nu we het er toch over hebben: de eerste handgeschreven boeken werden gaandeweg geïllustreerd met geschilderde plaatjes die miniaturen werden genoemd, niet omdat ze zo klein waren (mini), maar omdat rode (alweer rood) verf, Lat. Minium (denk aan menie), een hoofdbestanddeel van de gebruikte kleurstoffen vormde. Nou is het wel genoeg!)

Komkommers
Deze rubriek laat zich aan de actualiteit van de korte termijn weinig gelegen liggen. Geen beelden van EK voetbal en Tour de France en ook geen Olympische Spelen. Maar aan de actualiteit op de middellange termijn valt soms niet te ontsnappen. Neem nou de zomervakantie, daaraan besteden Nederlanders op zijn minst een maand. En dat gespreid, zodat organisaties, instellingen en voorzieningen al gauw zo’n 3 zomermaanden niet of maar zeer gedeeltelijk bemensd zijn. Lekker rustig, kan je eindelijk eens normaal werken. Of als de anderen weg zijn op kantoor vakantie houden. Oude koek op radio en televisie, komkommers in de krant: valt er eigenlijk iets te melden in De Leunstoel?

Stijl & Smaak
Wel, als je de vakantiebesteding in soberder tijden bekijkt wordt wel duidelijk dat er zo’n 100 jaar geleden, zoals al eerder gezegd, eerder sprake was van een grote weelderigheid. We blijven even in eigen land en zien op kaart 1a het Wandelhoofd in Scheveningen. Het is 1909 en er is een voor Nederland ongekend smaakvolle luxe te zien. Stijl: een prachtig Wandelhoofd, chique geklede mensen, van riet gevlochten strandstoelen en op fraai smeedwerk neergezette potten met cactussen van het geslacht Aloë. Waar vind je dat nog? (Die Aloë alleen nog vermalen in zalfjes en zepen.) Waren dat sobere tijden? Het sobere zat misschien in de aantallen: er zijn niet zoveel mensen op de been. Echte vakantie was voor gewone mensen zelden bereikbaar (te weinig vrije dagen en te weinig geld), alleen een elite kon zich de luxe van Kurhaus en Casino permitteren.
Later, vooral na de laatste oorlog, gingen mensen meer verdienen en kregen ze meer vrije dagen. Zo kwam het massatoerisme op. In de jaren '50 en '60 eerst nog sober, vooral in eigen land, daarna uitbundiger de grens over en uiteindelijk jubelend per vliegmachine, als levende have verstouwd en geëxpedieerd over de hele wereldbol.

Van Stijl naar Beton
Het Scheveningse wandelhoofd werd in de laatste oorlog vanwege de kustverdediging
door de Duitse bezetter gesloopt. Lang lag Scheveningen er (met verloederd Kurhaus,0518BS 47.2 Palace Hotel en verloederende Passage) wel heel sober bij. Pas in de jaren '60 zorgde projectontwikkelaar Reinder Zwolsman (naar de roddel verluidt belangrijk bunkerbouwer in de oorlog) voor een nieuw wandelhoofd dat voortaan pier genoemd werd. Betonspecialist Zwolsman liet een sobere constructie neerzetten die te zien is op kaart 1b. Het is 1962, er loopt flink wat volk te wandelen, in karakteristieke vrije-tijds-kleding, toch is het beeld ingetogen en sober. Van fin de siècle weelde naar minder smaakvolle naoorlogse soberheid, tijdsbeelden van een ontwikkeling.

Scheerlijnen en haringen
Voor het massatoerisme was de bestaande capaciteit aan hotelbedden aanvankelijk niet toereikend. De voor de massa benodigde overnachtingsruimte werd toen niet in nieuwe hotels gevonden maar op kampeerterreinen. Kamperen in tenten van doek, overeind gehouden door stokken en scheerlijnen met haringen. Kamperen, dat was (afgezien van grote publiekstenten (?) voor bijvoorbeeld circus- en manifestatiegebruik) vroeger iets voor soldaten op oefening en in oorlog.
Tussen de 2 wereldoorlogen volgden natuurvrienden (vaak pacifistische wereldverbeteraars), die met kleine tentjes opgingen in een onbewoonde omgeving. Na de laatste oorlog kwamen er meer kampeerders, ook in gezinsverband, en kwamen er kampeerterreinen met kampeerpaspoorten van de Kampeerraad.

Goed georganiseerde vakantievreugde
Het ging nog steeds om een minderheid van serieuze, gedisciplineerde genieters van het buitenleven, de ‘recreant’ moest nog worden uitgevonden. Op kaart 2a zien we ANWB-Kamp Het Pluismeer, Lage Vuursche (U), Familie – huttent (De Waard? Slee? Carl Denig?). Het is 1952 en alles straalt degelijkheid uit: verantwoorde vakantiebesteding van weldenkende, eenvoudig levende mensen, één met de natuur.
Het ANWB kamp heeft nog iets idyllisch, het kampeerterrein van het Gezinskamp Blaricum op kaart 2b uit dezelfde tijd, heeft vooral iets gezelligs. Gezellig, maar ook vooral iets georganiseerds: de tenten keurig in het gelid, twee volwassen echtparen bezig met kookactiviteiten en 3 geboeid toekijkende kinderen. Mooie vakantietijden, om 11 uur geluidloos en tevreden onder de wol, geen Disco, geen Teevee: bier & boeren en (vooral!) uit je dak gaan, dat moest allemaal nog worden uitgevonden.

De kamperende families baarden opgroeiende jeugd die ook ging kamperen. Kamperen op Campings in heel Europa kreeg een jeugdig élan. Het cohort jeugd van toen kampeert (vergrijzend) nog steeds, maar hun kinderen weten niet meer hoe je een tent moet opzetten.Daarover de volgende keer.

 
-----
Kaarten uit ‘de Peter Schröder Collectie’, copyright 2008 Peter Schröder. Aan mijn website met mooiere versies van de plaatjes wordt gewerkt.
Veel van de in deze rubriek vertoonde prentbriefkaarten zijn geleverd door Antiquariaat Jac. Verloop. www.jacverloop.nl Jaap Verloop beschikt over een zeer veelzijdig assortiment ansichtkaarten en ander drukwerk.


© 2008 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Toch maar op vakantie: Luxe en eenvoud Peter Schröder
0518BS 47.1
Geoudehoer
Deze rubriek (Terzijde: Wist u dat? Waar het woord rubriek eigenlijk vandaan komt? Nou het is leuk dat u dat vraagt, het woord is afgeleid van het Latijnse ruber en dat betekent gewoon rood (red, rouge, rot, rosso, rojo, rubro). Hoe dat? Dat zit zo: de eerste, handgeschreven boeken (van heel lang geleden) kenden nog geen ruimtelijke paragraafindeling of alinea’s, de regels werden achter elkaar doorschreven. Om nou toch iets van overzichtelijkheid te organiseren werd de eerste regel van een nieuw tekstgedeelte (‘paragraaf’) geschreven met rode ipv. zwarte inkt. Zodoende. Nu we het er toch over hebben: de eerste handgeschreven boeken werden gaandeweg geïllustreerd met geschilderde plaatjes die miniaturen werden genoemd, niet omdat ze zo klein waren (mini), maar omdat rode (alweer rood) verf, Lat. Minium (denk aan menie), een hoofdbestanddeel van de gebruikte kleurstoffen vormde. Nou is het wel genoeg!)

Komkommers
Deze rubriek laat zich aan de actualiteit van de korte termijn weinig gelegen liggen. Geen beelden van EK voetbal en Tour de France en ook geen Olympische Spelen. Maar aan de actualiteit op de middellange termijn valt soms niet te ontsnappen. Neem nou de zomervakantie, daaraan besteden Nederlanders op zijn minst een maand. En dat gespreid, zodat organisaties, instellingen en voorzieningen al gauw zo’n 3 zomermaanden niet of maar zeer gedeeltelijk bemensd zijn. Lekker rustig, kan je eindelijk eens normaal werken. Of als de anderen weg zijn op kantoor vakantie houden. Oude koek op radio en televisie, komkommers in de krant: valt er eigenlijk iets te melden in De Leunstoel?

Stijl & Smaak
Wel, als je de vakantiebesteding in soberder tijden bekijkt wordt wel duidelijk dat er zo’n 100 jaar geleden, zoals al eerder gezegd, eerder sprake was van een grote weelderigheid. We blijven even in eigen land en zien op kaart 1a het Wandelhoofd in Scheveningen. Het is 1909 en er is een voor Nederland ongekend smaakvolle luxe te zien. Stijl: een prachtig Wandelhoofd, chique geklede mensen, van riet gevlochten strandstoelen en op fraai smeedwerk neergezette potten met cactussen van het geslacht Aloë. Waar vind je dat nog? (Die Aloë alleen nog vermalen in zalfjes en zepen.) Waren dat sobere tijden? Het sobere zat misschien in de aantallen: er zijn niet zoveel mensen op de been. Echte vakantie was voor gewone mensen zelden bereikbaar (te weinig vrije dagen en te weinig geld), alleen een elite kon zich de luxe van Kurhaus en Casino permitteren.
Later, vooral na de laatste oorlog, gingen mensen meer verdienen en kregen ze meer vrije dagen. Zo kwam het massatoerisme op. In de jaren '50 en '60 eerst nog sober, vooral in eigen land, daarna uitbundiger de grens over en uiteindelijk jubelend per vliegmachine, als levende have verstouwd en geëxpedieerd over de hele wereldbol.

Van Stijl naar Beton
Het Scheveningse wandelhoofd werd in de laatste oorlog vanwege de kustverdediging
door de Duitse bezetter gesloopt. Lang lag Scheveningen er (met verloederd Kurhaus,0518BS 47.2 Palace Hotel en verloederende Passage) wel heel sober bij. Pas in de jaren '60 zorgde projectontwikkelaar Reinder Zwolsman (naar de roddel verluidt belangrijk bunkerbouwer in de oorlog) voor een nieuw wandelhoofd dat voortaan pier genoemd werd. Betonspecialist Zwolsman liet een sobere constructie neerzetten die te zien is op kaart 1b. Het is 1962, er loopt flink wat volk te wandelen, in karakteristieke vrije-tijds-kleding, toch is het beeld ingetogen en sober. Van fin de siècle weelde naar minder smaakvolle naoorlogse soberheid, tijdsbeelden van een ontwikkeling.

Scheerlijnen en haringen
Voor het massatoerisme was de bestaande capaciteit aan hotelbedden aanvankelijk niet toereikend. De voor de massa benodigde overnachtingsruimte werd toen niet in nieuwe hotels gevonden maar op kampeerterreinen. Kamperen in tenten van doek, overeind gehouden door stokken en scheerlijnen met haringen. Kamperen, dat was (afgezien van grote publiekstenten (?) voor bijvoorbeeld circus- en manifestatiegebruik) vroeger iets voor soldaten op oefening en in oorlog.
Tussen de 2 wereldoorlogen volgden natuurvrienden (vaak pacifistische wereldverbeteraars), die met kleine tentjes opgingen in een onbewoonde omgeving. Na de laatste oorlog kwamen er meer kampeerders, ook in gezinsverband, en kwamen er kampeerterreinen met kampeerpaspoorten van de Kampeerraad.

Goed georganiseerde vakantievreugde
Het ging nog steeds om een minderheid van serieuze, gedisciplineerde genieters van het buitenleven, de ‘recreant’ moest nog worden uitgevonden. Op kaart 2a zien we ANWB-Kamp Het Pluismeer, Lage Vuursche (U), Familie – huttent (De Waard? Slee? Carl Denig?). Het is 1952 en alles straalt degelijkheid uit: verantwoorde vakantiebesteding van weldenkende, eenvoudig levende mensen, één met de natuur.
Het ANWB kamp heeft nog iets idyllisch, het kampeerterrein van het Gezinskamp Blaricum op kaart 2b uit dezelfde tijd, heeft vooral iets gezelligs. Gezellig, maar ook vooral iets georganiseerds: de tenten keurig in het gelid, twee volwassen echtparen bezig met kookactiviteiten en 3 geboeid toekijkende kinderen. Mooie vakantietijden, om 11 uur geluidloos en tevreden onder de wol, geen Disco, geen Teevee: bier & boeren en (vooral!) uit je dak gaan, dat moest allemaal nog worden uitgevonden.

De kamperende families baarden opgroeiende jeugd die ook ging kamperen. Kamperen op Campings in heel Europa kreeg een jeugdig élan. Het cohort jeugd van toen kampeert (vergrijzend) nog steeds, maar hun kinderen weten niet meer hoe je een tent moet opzetten.Daarover de volgende keer.

 
-----
Kaarten uit ‘de Peter Schröder Collectie’, copyright 2008 Peter Schröder. Aan mijn website met mooiere versies van de plaatjes wordt gewerkt.
Veel van de in deze rubriek vertoonde prentbriefkaarten zijn geleverd door Antiquariaat Jac. Verloop. www.jacverloop.nl Jaap Verloop beschikt over een zeer veelzijdig assortiment ansichtkaarten en ander drukwerk.
© 2008 Peter Schröder
powered by CJ2