archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 17
Jaargang 5
3 juli 2008
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Vader is prikkelbaar Theo Capel

0001 BZ Capel
Eigenlijk was het geen dag voor stekeligheden. In het pinetum Blijdenstein in Hilversum gaf de fanfare LEO een uitvoering ter gelegenheid van vaderdag. En alsof dat al niet genoeg was om de mens naar die tuin te krijgen, kon je er ook nog papavers kopen. Niet de papaver somniferum waarvan onze jongens in Afghanistan kunnen genieten – dat wil zeggen van de schoonheid van de bloeiende velden; van de rest moeten ze afblijven ­– maar andere soorten. Wat papavers precies met een uitstalling van naaldbomen te maken hebben, ontging me. Maar wie zou niet stekjes van de hemelsblauwe meconopsis betonicifolia willen kopen? En dan ook nog tegen een spotprijs.

Het pinetum ligt verscholen in een villawijk. Het was door de klanken van LEO niet moeilijk te vinden. Op andere dagen is het misschien ingewikkelder om er te komen, maar verdwalen in een villawijk is niet het ergste dat een mens kan overkomen.
Bij mijn aankomst speelde de fanfare 'Copacabana', een hit van Barry Manilow over het revuemeisje Lola met wie het slecht afloopt. Vaders kunnen maar beter niet naar een nachtclub gaan. In plaats daarvan dienen ze in hun oude goed in de tuin te werken. Maar de melodie brengt je vanzelf in een goed humeur. De rest van de dag was hij niet uit mijn hoofd te krijgen.

Mijn stemming werd wel een klein beetje getemperd toen ik zag dat vele papaverstekjes al door vroege vogels waren weggekocht. En erger was dat de vriendelijke vrijwilligers niet konden zeggen in welke kleur de overgebleven stekjes zouden uitkomen. Het werd zo kopen in den blinde. Ik ging naar huis met stylophorum diphyllum, waarover ik las dat hij trossen gele klaproosachtige bloemen zou geven en ook dat het familie was van de stinkende gouwe. Dat was in mijn vorige tuin een onkruidachtige plant met onbeduidende gele bloemetjes. Het is maar afwachten of de stylophorum er echt de knappe zus van is.
Mijn andere aankoop was de papaver apokrinomenun, een versie van de papaver die niet nader te traceren viel. Dat blijft dus helemaal afwachten.

Behalve papavers stonden er onaangekondigd ook coniferenstekjes te koop, waaronder een beginnende araucania araucana. Bij ons heet hij de apenboom of ook wel apen-verdrietboom of slangenden. De takken zien er als geschubde slangen uit en de bladeren of naalden zijn vlijmscherp. In het Engels heet de boom monkey puzzletree. Toen de boom in de 19e eeuw uit Chili werd overgebracht, zou iemand hebben gezegd 'dat het voor een aap een hele puzzel zou zijn om zo'n boom te beklimmen'.
Ik zag er meteen goed gezelschap in voor de muizedoorn die ik al eerder had geplant. Dat is een miniem struikje met dezelfde soort stekelige bladeren die ook nog een sap afscheiden. Het prikkelen houdt een tijd aan nadat je de struik hebt aangeraakt, alsof je een brandnetel hebt vastgegrepen. De slangenden is wat dat betreft vriendelijker. Die prikt alleen maar.

Ik vind het wel wat hebben om deze Mini en Maxi bij elkaar te zien staan. Het was eerst nog een hele kunst om de muizedoorn te vinden. Het onkruid en het gras in dat hoekje bloeiden nog uitbundiger dan in de rest van mijn tuin. Ik dacht al dat hij was gesmoord, maar vond hem toen hardhandig op de tast terug. De struik kan tegen volle zon, maar ook tegen diepe schaduw en in de schaduw van het onkruid was hij overeind gebleven.

Een muizedoorn wordt nauwelijks één meter hoog, maar een apen-verdrietboom kan wel de 25 meter halen, hoewel andere bronnen over 12 meter praten. In het kader van de betutteling – hét beleidsterrein van de moderne overheid – was er onlangs in Engeland het plan om zo'n volwassen exemplaar dat al jaren de meent in een dorp sierde, om te hakken. Men zou er zich wel eens aan kunnen bezeren. Misschien moet de betreffende ambtenaar er eens een halve dag tegenaan gebonden worden.
Bij ons heb ik nog niets over kapvergunningen gehoord, maar wie weet wat ze in Brussel en Den Haag aan het bedenken zijn. Een mens zou er prikkelbaar van worden. Voorlopig laat ik dat aan mijn Mini en Maxi zelf over. Ik mag hen wel. Het zal wel nog even duren voordat bomenknuffelaars hen in hun hart sluiten. En die 25 meter is ook afwachten. Voor een volkstuin zou dat snel teveel van het goede kunnen zijn.
 
*************************************
Floris Wiegerinck is ontwerper en tekenaar.
Ga voor informatie naar www.floriswiegerinck.nl
 


© 2008 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Vader is prikkelbaar Theo Capel
0001 BZ Capel
Eigenlijk was het geen dag voor stekeligheden. In het pinetum Blijdenstein in Hilversum gaf de fanfare LEO een uitvoering ter gelegenheid van vaderdag. En alsof dat al niet genoeg was om de mens naar die tuin te krijgen, kon je er ook nog papavers kopen. Niet de papaver somniferum waarvan onze jongens in Afghanistan kunnen genieten – dat wil zeggen van de schoonheid van de bloeiende velden; van de rest moeten ze afblijven ­– maar andere soorten. Wat papavers precies met een uitstalling van naaldbomen te maken hebben, ontging me. Maar wie zou niet stekjes van de hemelsblauwe meconopsis betonicifolia willen kopen? En dan ook nog tegen een spotprijs.

Het pinetum ligt verscholen in een villawijk. Het was door de klanken van LEO niet moeilijk te vinden. Op andere dagen is het misschien ingewikkelder om er te komen, maar verdwalen in een villawijk is niet het ergste dat een mens kan overkomen.
Bij mijn aankomst speelde de fanfare 'Copacabana', een hit van Barry Manilow over het revuemeisje Lola met wie het slecht afloopt. Vaders kunnen maar beter niet naar een nachtclub gaan. In plaats daarvan dienen ze in hun oude goed in de tuin te werken. Maar de melodie brengt je vanzelf in een goed humeur. De rest van de dag was hij niet uit mijn hoofd te krijgen.

Mijn stemming werd wel een klein beetje getemperd toen ik zag dat vele papaverstekjes al door vroege vogels waren weggekocht. En erger was dat de vriendelijke vrijwilligers niet konden zeggen in welke kleur de overgebleven stekjes zouden uitkomen. Het werd zo kopen in den blinde. Ik ging naar huis met stylophorum diphyllum, waarover ik las dat hij trossen gele klaproosachtige bloemen zou geven en ook dat het familie was van de stinkende gouwe. Dat was in mijn vorige tuin een onkruidachtige plant met onbeduidende gele bloemetjes. Het is maar afwachten of de stylophorum er echt de knappe zus van is.
Mijn andere aankoop was de papaver apokrinomenun, een versie van de papaver die niet nader te traceren viel. Dat blijft dus helemaal afwachten.

Behalve papavers stonden er onaangekondigd ook coniferenstekjes te koop, waaronder een beginnende araucania araucana. Bij ons heet hij de apenboom of ook wel apen-verdrietboom of slangenden. De takken zien er als geschubde slangen uit en de bladeren of naalden zijn vlijmscherp. In het Engels heet de boom monkey puzzletree. Toen de boom in de 19e eeuw uit Chili werd overgebracht, zou iemand hebben gezegd 'dat het voor een aap een hele puzzel zou zijn om zo'n boom te beklimmen'.
Ik zag er meteen goed gezelschap in voor de muizedoorn die ik al eerder had geplant. Dat is een miniem struikje met dezelfde soort stekelige bladeren die ook nog een sap afscheiden. Het prikkelen houdt een tijd aan nadat je de struik hebt aangeraakt, alsof je een brandnetel hebt vastgegrepen. De slangenden is wat dat betreft vriendelijker. Die prikt alleen maar.

Ik vind het wel wat hebben om deze Mini en Maxi bij elkaar te zien staan. Het was eerst nog een hele kunst om de muizedoorn te vinden. Het onkruid en het gras in dat hoekje bloeiden nog uitbundiger dan in de rest van mijn tuin. Ik dacht al dat hij was gesmoord, maar vond hem toen hardhandig op de tast terug. De struik kan tegen volle zon, maar ook tegen diepe schaduw en in de schaduw van het onkruid was hij overeind gebleven.

Een muizedoorn wordt nauwelijks één meter hoog, maar een apen-verdrietboom kan wel de 25 meter halen, hoewel andere bronnen over 12 meter praten. In het kader van de betutteling – hét beleidsterrein van de moderne overheid – was er onlangs in Engeland het plan om zo'n volwassen exemplaar dat al jaren de meent in een dorp sierde, om te hakken. Men zou er zich wel eens aan kunnen bezeren. Misschien moet de betreffende ambtenaar er eens een halve dag tegenaan gebonden worden.
Bij ons heb ik nog niets over kapvergunningen gehoord, maar wie weet wat ze in Brussel en Den Haag aan het bedenken zijn. Een mens zou er prikkelbaar van worden. Voorlopig laat ik dat aan mijn Mini en Maxi zelf over. Ik mag hen wel. Het zal wel nog even duren voordat bomenknuffelaars hen in hun hart sluiten. En die 25 meter is ook afwachten. Voor een volkstuin zou dat snel teveel van het goede kunnen zijn.
 
*************************************
Floris Wiegerinck is ontwerper en tekenaar.
Ga voor informatie naar www.floriswiegerinck.nl
 
© 2008 Theo Capel
powered by CJ2