archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 7
Jaargang 5
31 januari 2008
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Met muziek het leven door Peter Schröder

0507BS 37.1
Het wonder van klank en ritme
Een afbeelding, een plaatje kan (soms) meer zeggen dan 1000 woorden – klinkt dat bekend? Bij raadselachtig geachte beelden wordt wel verbale toelichting gegeven, bijvoorbeeld in de avondcursussen kunst begrijpen. Daar valt te leren dat abstracte kunst ook mooi is en wel hierom. Daar worden diagonalen door de compositie getrokken om te laten zien dat het allemaal bijzonder raak getroffen is. Of dat de Lelie het symbool van onschuld is en het hondje staat voor huwelijkse trouw. De afbeelding als Rörschachtest? In bepaalde gevallen worden beelden ‘toegelicht’ als in de beginfase van de televisie: kijkers, in het midden ziet u de koningin, en daar rechts staat de prins (Verdomd!, nou zie ik het pas!), of : raak! dames en heren, die bal ging het doel in. Kunsthistorici van de oude stempel waren daar sterk ik: In de linkerhoek is ragfijn een papegaai afgebeeld, het meisje in het midden draagt een raak getypeerd rood jurkje, op de achtergrond zien we een in forse streken neergezette kudde schapen. Wat zullen we zeggen: een uitgebreid praatje bij een plaatje. Maar het plaatje zegt zoveel meeeeer, de hoeveelheid onbenoemde beeldinfo is toch vele malen groter dan de geverbaliseerde info.

Uit de Notenbar
Zou iets vergelijkbaars gelden voor een stukje (hoeveel tonen? maten? coupletten?) muziek? Zijn omvangrijke romans te vangen in een paar ‘loopjes’ goed op elkaar afgestemde tonen? Muziek kan vrij precies en systematisch op papier worden vastgelegd in een elegant en toch sober notenschrift. Dat gebeurt al eeuwen. Het vergt even leren, maar dan gaat het bij veel westerse muziek goed. In beginsel zou het beter moeten kunnen gaan met klavarskribo (woord inclusief schrijfwijze ontleend aan het Esperanto, volgens de laatste spellingcommissie voortaan te schrijven als klavarscribo – je moet toch wat veranderen), in 1931 geïntroduceerd door de Nederlander Cornelis Pot (1885 – 1977). Maar daar hebben de gevestigde belangen nooit aan gewild (het had de Apple muziekprogrammatuur kunnen worden maar werd door het Windows-kartel Schott/Peters uit de markt geweerd) en dus spelen westerse musici hun officiële partijtjes vanaf het blad met balken, sleutels, noten, kruisen en mollen.

Zwart op wit
Professionele solisten spelen na een tijdje van het blad instuderen de sonates, divertimenti en fantasieën papierloos uit het blote hoofd. En improviserende musici verzinnen de loopjes gaandeweg, maar ze gebruiken meestal weer wel de kaders (toonsoort, metrum) ontleend aan het traditionele begrippenapparaat van het notenschrift. Dan heb je ook nog de studiomusici, de allrounders die de begeleiding verzorgen van opnamen voor platenmuziek en filmmuziek. In de studio is tijd geld en werken zeer geoefende, breed georiënteerde, orkestmusici vlug, veilig en voordelig. Ze kunnen alles feilloos à vis spelen, op het verlengde merg, zonder tussenkomst van de verdere hersenpan. Schuif je ze een partij uit de Notenkraker Suite voor de neus, ze spelen het feilloos zonder hun halfslaap te onderbreken. Muziek zwart op wit: een verband van ja en nee.

De oorsprongen
Toch is het hoofdbestanddeel van de muziek van de wereld nog nooit in notenschrift gevangen. Volksmuziek, pre-of post-industrieel, het werd voor het merendeel gemaakt en genoten zonder dat er bladmuziek aan te pas kam. En het is verrekte moeilijk om die muziek achteraf zwart op wit vast te leggen in de notatie van Schott/Peters. Het blijft behelpen met hulpconstructies van maatsoorten als 9/6 of 13/8, met allemaal malle accenten en ‘hidden notes’. En laten we er niet omheen draaien: dat geldt niet alleen de Japanse Koto muziek en de oorsprongen van de Zouk. Ook het toongoed van de oude en nieuwe Midden Europese muziek, van zigeunermuziek tot Rebetica valt nauwelijks op te schrijven of van bladmuziek te spelen. Terwijl het toch gaat0507BS 37.2 om de bronnen, zeg maar de wortels van de klassieke Westerse concertmuziek. Zonder Klezmer en Kolo geen Haydn, Mozart, Beethoven, Mahler, Bartok en ga zo nog even door.

Rootsmuziek
Genoeg. Hier wat prentbriefkaarten uit tijden waarin het beeldmateriaal veel soberder voorhanden was, maar de oorspronkelijke (authentieke) muziek in Midden Europa een verscheidenheid van honderden bloeiende bloemen kende. We beginnen in 1902 met op kaart 1a de Grup de Llautari, met Salutari din Romania. Twee dames, één met klarinet, ander met tamboerijn en handtas (?), en acht heren, allen in het bezit van een prominente snor, met gitaar, violen, bas, klarinet, cymbaal en tenorhoorn. Ze zien er vastbesloten uit. Zo’n orkest kon heel wat decibellen produceren! De kaart ging in 1902 met duizend kussen van Mina naar meneer Gerbex Villon in Arbe in Vaud, Zwitserland. Ook de musici van deze orkesten hadden geen bladmuziek nodig en konden moeiteloos alles spelen. Maar ze deden het zelden in halfslaap en zaten elkaar liefst in tempo en virtuositeit goed op te jagen. Ik hoor heel wat muziek, u ook?

Grimmige armoe
Kaart 1b stamt als ik het zo bekijk uit iets later (20er jaren?) tijden. Op de kaart een aantal nogal schlemielige personen (met hoeden, petten en hoofddoeken) met in het midden een leidende dame (zangeres?) en naast haar een nog schlemieleriger man met viool. De mannen op de eerste rij hebben weer die snorren. Een toneel/revue gezelschap dat de eigen muziek verzorgde? Laten we zeggen raadselachtig, maar ook wel navrant. Het ziet er Midden Europees uit, maar het zou ook goed afkomstig kunnen zijn uit de Belgisch/Duits/Nederlandse drielandenstreek, bijvoorbeeld het armoedige Luikse. Op de schrijfkant in potlood de intrigerende tekst: ‘De viole van den duivel’. Grimmig. Geen idee hoe dit beeld kan worden vertaald in woorden of klanken.

Een man met 3 vrouwen?
We blijven in de Limburgse buurt, maar gaan overigens naar iets totaal anders op kaart 2a met het Quartett Brazil bestaande uit drie dames in overeenkomstige jurken, bespelers van 2 piano’s (een vleugel en een upright) en één viool, en één heer, gezeten achter een set slagwerk, met in de hand alweer een viool. Klopt dit wel? Er is iets raars, waarschijnlijk staat die ene pianiste twee keer op de foto. Om het kwartet vol te maken? Die mevrouw aan de gewone piano heeft een serieus uitziend stuk bladmuziek op haar standaard. Braziliaanse muziek van een Duits uitziend ensemble. Opwindende muziek, tango’s en tanga’s, maar dan voor een rustiger markt? Het lijkt niet iets van muziek om een grote omweg voor te maken. De kaart werd zonder verdere tekst geadresseerd aan Schoenhandel Schol in Geleen. Klanken die klonken als een reklamekrantje?

Waar is de slagwerker?
Het kan allemaal nog erger en dan zitten we in de jaren 50 in Utrecht. Op kaart 2b The Rhitme Sowers. Gewooon, de ritme zaaiers. Toch? De Zaaiers? Drie tevreden heren met Hammond, Piano en Accordeon, zoals achterop de kaart te lezen valt. En als bonus nog een accordeon, te bespelen door de Hammond-organist. En die slagwerker dan? Vergeten te vermelden, terwijl zijn bijdrage aan het Rhitme toch niet verwaarloosbaar kan zijn geweest.
Heren, een beetje lachen voor de foto graag. Op de tekst kant gekrabbel van kinderen waaronder de leesbare tekst: Vogels in de lente en Parijs in de lente. Birds in Spring? April in Paris? Geen wereldschokkende muziek, makkelijk te spelen zonder bladmuziek, makkelijk te vangen in de beperkte woordenschat van de zwakbegaafde. Het ene oor in en het andere oor uit.
 
***********************
Op de middellange termijn zijn alle kaarten ook op mooier, groter formaat te zien op mijn website.
Kaarten uit ‘De Peter Schröder Collectie’, copyright 2008 Peter Schröder
 


© 2008 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Met muziek het leven door Peter Schröder
0507BS 37.1
Het wonder van klank en ritme
Een afbeelding, een plaatje kan (soms) meer zeggen dan 1000 woorden – klinkt dat bekend? Bij raadselachtig geachte beelden wordt wel verbale toelichting gegeven, bijvoorbeeld in de avondcursussen kunst begrijpen. Daar valt te leren dat abstracte kunst ook mooi is en wel hierom. Daar worden diagonalen door de compositie getrokken om te laten zien dat het allemaal bijzonder raak getroffen is. Of dat de Lelie het symbool van onschuld is en het hondje staat voor huwelijkse trouw. De afbeelding als Rörschachtest? In bepaalde gevallen worden beelden ‘toegelicht’ als in de beginfase van de televisie: kijkers, in het midden ziet u de koningin, en daar rechts staat de prins (Verdomd!, nou zie ik het pas!), of : raak! dames en heren, die bal ging het doel in. Kunsthistorici van de oude stempel waren daar sterk ik: In de linkerhoek is ragfijn een papegaai afgebeeld, het meisje in het midden draagt een raak getypeerd rood jurkje, op de achtergrond zien we een in forse streken neergezette kudde schapen. Wat zullen we zeggen: een uitgebreid praatje bij een plaatje. Maar het plaatje zegt zoveel meeeeer, de hoeveelheid onbenoemde beeldinfo is toch vele malen groter dan de geverbaliseerde info.

Uit de Notenbar
Zou iets vergelijkbaars gelden voor een stukje (hoeveel tonen? maten? coupletten?) muziek? Zijn omvangrijke romans te vangen in een paar ‘loopjes’ goed op elkaar afgestemde tonen? Muziek kan vrij precies en systematisch op papier worden vastgelegd in een elegant en toch sober notenschrift. Dat gebeurt al eeuwen. Het vergt even leren, maar dan gaat het bij veel westerse muziek goed. In beginsel zou het beter moeten kunnen gaan met klavarskribo (woord inclusief schrijfwijze ontleend aan het Esperanto, volgens de laatste spellingcommissie voortaan te schrijven als klavarscribo – je moet toch wat veranderen), in 1931 geïntroduceerd door de Nederlander Cornelis Pot (1885 – 1977). Maar daar hebben de gevestigde belangen nooit aan gewild (het had de Apple muziekprogrammatuur kunnen worden maar werd door het Windows-kartel Schott/Peters uit de markt geweerd) en dus spelen westerse musici hun officiële partijtjes vanaf het blad met balken, sleutels, noten, kruisen en mollen.

Zwart op wit
Professionele solisten spelen na een tijdje van het blad instuderen de sonates, divertimenti en fantasieën papierloos uit het blote hoofd. En improviserende musici verzinnen de loopjes gaandeweg, maar ze gebruiken meestal weer wel de kaders (toonsoort, metrum) ontleend aan het traditionele begrippenapparaat van het notenschrift. Dan heb je ook nog de studiomusici, de allrounders die de begeleiding verzorgen van opnamen voor platenmuziek en filmmuziek. In de studio is tijd geld en werken zeer geoefende, breed georiënteerde, orkestmusici vlug, veilig en voordelig. Ze kunnen alles feilloos à vis spelen, op het verlengde merg, zonder tussenkomst van de verdere hersenpan. Schuif je ze een partij uit de Notenkraker Suite voor de neus, ze spelen het feilloos zonder hun halfslaap te onderbreken. Muziek zwart op wit: een verband van ja en nee.

De oorsprongen
Toch is het hoofdbestanddeel van de muziek van de wereld nog nooit in notenschrift gevangen. Volksmuziek, pre-of post-industrieel, het werd voor het merendeel gemaakt en genoten zonder dat er bladmuziek aan te pas kam. En het is verrekte moeilijk om die muziek achteraf zwart op wit vast te leggen in de notatie van Schott/Peters. Het blijft behelpen met hulpconstructies van maatsoorten als 9/6 of 13/8, met allemaal malle accenten en ‘hidden notes’. En laten we er niet omheen draaien: dat geldt niet alleen de Japanse Koto muziek en de oorsprongen van de Zouk. Ook het toongoed van de oude en nieuwe Midden Europese muziek, van zigeunermuziek tot Rebetica valt nauwelijks op te schrijven of van bladmuziek te spelen. Terwijl het toch gaat0507BS 37.2 om de bronnen, zeg maar de wortels van de klassieke Westerse concertmuziek. Zonder Klezmer en Kolo geen Haydn, Mozart, Beethoven, Mahler, Bartok en ga zo nog even door.

Rootsmuziek
Genoeg. Hier wat prentbriefkaarten uit tijden waarin het beeldmateriaal veel soberder voorhanden was, maar de oorspronkelijke (authentieke) muziek in Midden Europa een verscheidenheid van honderden bloeiende bloemen kende. We beginnen in 1902 met op kaart 1a de Grup de Llautari, met Salutari din Romania. Twee dames, één met klarinet, ander met tamboerijn en handtas (?), en acht heren, allen in het bezit van een prominente snor, met gitaar, violen, bas, klarinet, cymbaal en tenorhoorn. Ze zien er vastbesloten uit. Zo’n orkest kon heel wat decibellen produceren! De kaart ging in 1902 met duizend kussen van Mina naar meneer Gerbex Villon in Arbe in Vaud, Zwitserland. Ook de musici van deze orkesten hadden geen bladmuziek nodig en konden moeiteloos alles spelen. Maar ze deden het zelden in halfslaap en zaten elkaar liefst in tempo en virtuositeit goed op te jagen. Ik hoor heel wat muziek, u ook?

Grimmige armoe
Kaart 1b stamt als ik het zo bekijk uit iets later (20er jaren?) tijden. Op de kaart een aantal nogal schlemielige personen (met hoeden, petten en hoofddoeken) met in het midden een leidende dame (zangeres?) en naast haar een nog schlemieleriger man met viool. De mannen op de eerste rij hebben weer die snorren. Een toneel/revue gezelschap dat de eigen muziek verzorgde? Laten we zeggen raadselachtig, maar ook wel navrant. Het ziet er Midden Europees uit, maar het zou ook goed afkomstig kunnen zijn uit de Belgisch/Duits/Nederlandse drielandenstreek, bijvoorbeeld het armoedige Luikse. Op de schrijfkant in potlood de intrigerende tekst: ‘De viole van den duivel’. Grimmig. Geen idee hoe dit beeld kan worden vertaald in woorden of klanken.

Een man met 3 vrouwen?
We blijven in de Limburgse buurt, maar gaan overigens naar iets totaal anders op kaart 2a met het Quartett Brazil bestaande uit drie dames in overeenkomstige jurken, bespelers van 2 piano’s (een vleugel en een upright) en één viool, en één heer, gezeten achter een set slagwerk, met in de hand alweer een viool. Klopt dit wel? Er is iets raars, waarschijnlijk staat die ene pianiste twee keer op de foto. Om het kwartet vol te maken? Die mevrouw aan de gewone piano heeft een serieus uitziend stuk bladmuziek op haar standaard. Braziliaanse muziek van een Duits uitziend ensemble. Opwindende muziek, tango’s en tanga’s, maar dan voor een rustiger markt? Het lijkt niet iets van muziek om een grote omweg voor te maken. De kaart werd zonder verdere tekst geadresseerd aan Schoenhandel Schol in Geleen. Klanken die klonken als een reklamekrantje?

Waar is de slagwerker?
Het kan allemaal nog erger en dan zitten we in de jaren 50 in Utrecht. Op kaart 2b The Rhitme Sowers. Gewooon, de ritme zaaiers. Toch? De Zaaiers? Drie tevreden heren met Hammond, Piano en Accordeon, zoals achterop de kaart te lezen valt. En als bonus nog een accordeon, te bespelen door de Hammond-organist. En die slagwerker dan? Vergeten te vermelden, terwijl zijn bijdrage aan het Rhitme toch niet verwaarloosbaar kan zijn geweest.
Heren, een beetje lachen voor de foto graag. Op de tekst kant gekrabbel van kinderen waaronder de leesbare tekst: Vogels in de lente en Parijs in de lente. Birds in Spring? April in Paris? Geen wereldschokkende muziek, makkelijk te spelen zonder bladmuziek, makkelijk te vangen in de beperkte woordenschat van de zwakbegaafde. Het ene oor in en het andere oor uit.
 
***********************
Op de middellange termijn zijn alle kaarten ook op mooier, groter formaat te zien op mijn website.
Kaarten uit ‘De Peter Schröder Collectie’, copyright 2008 Peter Schröder
 
© 2008 Peter Schröder
powered by CJ2